A- A A+

Vrienden Nederlands Tegelmuseum

tegelmuseum-04.jpg

Tegel44coverbevat artikelen over de volgende onderwerpen:

Prent en Tegel: De restauratie van een zeeslagtableau

Michiel Overhoff

In 2014 is een groot tegeltableau uit een binnenmuur van het Rijksmuseum verwijderd en vervolgens mede door de auteur gerestaureerd. Het tableau, uit de collectie van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, telt 260 tegels en is bijna 7 meter breed. Het toont een zeeslag, geflankeerd door twee leeuwen. Tot 1879 zat het tableau in de gevel van de Tweede Boomdwarsstraat 4-8 in de Amsterdamse Jordaan. De toepassing van zeventiende-eeuwse tegels aan een buitengevel is uitzonderlijk in Nederland. Er wordt vaak aangenomen dat de tegelbakker Haye Esdré, die het huis omstreeks 1640 in bezit had, het tableau geplaatst heeft als uithangbord. Tijdens de restauratie bleek dat de tableaus van de leeuwen waarschijnlijk jonger zijn en dat de centrale zeeslag in feite uit drie verschillende tableaus bestaat. Hierdoor wordt het aannemelijk dat de tableaus pas veel later zijn samengevoegd en in de gevel geplaatst, en wordt de toeschrijving aan Haye Esdré onzeker. Inmiddels is het tableau geplaatst in het gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk in Amsterdam.

Prent en Tegel: De paradijsvogel

Jan Pluis

De paradijsvogel spreekt met zijn fraaie verentooi al eeuwen tot de verbeelding. Europeanen kenden alleen de balg, zonder poten en beenderen, en geloofden tot 1824 dat de paradijsvogel nooit op aarde kwam. De Zwitserse natuuronderzoeker Conrad Gesner (1516-1565) publiceerde in zijn Vogelboek in 1555 (in het Latijn) en latere edities in het Duits een houtsnede van de balg die als voorbeeld voor een tegel gediend heeft.

Prent en Tegel: Versteend Straatrumoer

Johan Kamermans

Tot de charmes van zeventiende-eeuwse tegels horen de voorstellingen van menselijke figuren in het dagelijks leven. Hoewel ze vaak associaties oproepen met genreschilderijen en prentenreeksen uit de Gouden Eeuw, blijkt het in de praktijk niet mee te vallen om de voorbeelden te achterhalen. Een vermoedelijk zeventiende-eeuws houtblok met houtsnede, halverwege de negentiende eeuw in bezit van het drukkersgeslacht Van der Haeghen (Gent), toont 36 venters waarvan er zeker 25 overeenkomen met figuren op tegels. Dit is een aanwijzing dat populair drukwerk, zoals kinderprenten, waarvan nauwelijks vroege drukken bewaard zijn, een belangrijke bron voor tegelschilders vormde, naast de veel bekendere kunstgrafiek.

Een ovenboekhouding

Marten Boonstra

In Franeker werd in 2011 een ovensteen gevonden, een type tegel waarop het aantal tegels dat van een decor uit de oven kwam werd genoteerd. Het bijzondere van deze tegel, gedateerd 8 juli 1739, is dat alle veertien tegeldecors in die oven zijn genoteerd en opgeteld, in totaal bijna twaalfduizend tegels. Deze ovenboekhouding is uit Harlingen of Makkum. Van twaalf decors wordt een afbeelding gegeven, alleen van de ‘jongsteen’ is niet bekend om welk decor het gaat.

Nederlandse tegels in het Midden-Oosten

Hans Theunissen

Nederlandse tegels zijn vanaf de jaren 1740 tot in het begin van de negentiende eeuw in het Islamitische cultuurgebied verspreid geraakt. Ze vormden een onlosmakelijk onderdeel van een regionale variant op de internationale barok-rococostijl. Het gebruik van Nederlandse tegels in interieurs in het Midden-Oosten getuigt van de eeuwenoude voorliefde voor tegels als vorm van decoratie in het Islamitische cultuurgebied, maar ook van interculturele contacten die in de achttiende eeuw intensiever werden.
Het Osmaanse hof speelde een belangrijke rol bij de toepassing van Nederlandse tegels in met name Istanbul en Caïro. Daarnaast waren het vooral Osmaans-Armeense handelaren en hun netwerk die leidden tot de verspreiding van Nederlandse tegels in het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied. Ook in Algerije vormden Nederlandse tegels een geliefde vorm van interieurdecoratie.
De hoge status en grote populariteit van deze tegels hadden ook grote invloed op de lokale kunst. In Kütahya werden tegen het einde van de achttiende eeuw imitaties van Nederlandse tegels voor het Osmaanse hof geproduceerd, terwijl in Syrië en Ethiopië interieurs werden opgesierd met nageschilderde Nederlandse tegels. Zo hebben Nederlandse tegels blijvende sporen achtergelaten in de Islamitische en Christelijke culturen van Turkije, het Midden-Oosten en Afrika.

Italiaanse vloertegels als voorbeeld voor Nederlandse wandtegels

Jan Pluis

Rond 1890 brengen tegelbakkerijen in Utrecht en Harlingen een nieuw tegeldecor, ‘Italiaansche cirkels’, dat is gebaseerd op drie verschillende Italiaanse tegels uit de renaissance. De voorbeelden waren ontleend aan een plaatwerk van Moritz Meurer, Italienische Majolika-Fliesen (Berlin 1881). Dergelijke publicaties toonden de toenemende belangstelling voor tegels uit andere landen en tijden en waren ook bedoeld om voorbeelden te leveren voor eigentijdse producenten.

Het decor 'Marmer met lelie' van Tjallingii

Jan Pluis

De Harlinger gleibakkerij Tjallingii produceerde eind negentiende eeuw een nieuw decor, ‘marmer met lelie’, in verschillende kleurcombinaties, die soms ook in combinatie werden toegepast.

Een tumultueuze veiling en sleutelstukken van C.A. Lion Cachet

Friggo Visser

Op 7 december 2015 vond de gedwongen veiling plaats van de collectie van het vroegere Kunstatelier Goedewaagen-Distel, die zich in langdurig bruikleen bevond in het Keramisch Museum Goedewaagen te Nieuw-Buinen. Door een gecoördineerde actie van vele museumvrienden kon een groot deel van de collectie voor Nieuw-Buinen beschikbaar blijven. De Stichting Vrienden Nederlands Tegelmuseum sloot zich hierbij aan en verwierf, in goed overleg, tien kavels die in langdurig bruikleen zijn ondergebracht in haar Tegelmuseum. Twee belangrijke tegeltableaus uit deze collectie zijn ontwerpen van de veelzijdige, en uitbundig met keramiek experimenterende kunstenaar Lion Cachet (1864-1945). Het eerste is een in kerfsnee vervaardigd proefstuk voor een groot tableau met een gezicht op Venetië, dat in 1926 werd aangebracht in het op Nederlands-Indië varende motorschip P.C.Hooft. Het tweede betreft een in de nieuwe Akanthustechniek uitgevoerd tableau met bontgekleurde kraanvogels, vermoedelijk bestemd voor de Java-China-Japan Lijn. Lion Cachet was sterk geïnspireerd door de Arts and Crafts beweging. Hij maakte grafiek, experimenteerde met batik, ontwierp boekbanden, meubels en wandtapijten. Ondanks zijn grote reeksen decors voor sieraardewerk van de Distel en Goedewaagen en meer dan honderd tegeltableaus waren de andere kunstdisciplines voor Lion Cachet belangrijker.

Wim van de Loo: van instrumentenmaker tot ondernemer en self-made keramist

‘Je moet de klei leren luisteren naar de wil van je handen’
Lejo Schenk

Wim van de Loo (1931) vertelt in dit interview met Tegel-redacteur Lejo Schenk over zijn jeugd, de oorlog en zijn leven als ondernemer, keramist en verzamelaar. Wim en zijn vrouw Suus namen de glas- en porseleinzaak HOYNG-Jungerhans in Eindhoven over. Wim leerde in dit vak veel makers en producenten in de keramische industrie kennen. Hij legde een verzameling aardewerk uit zijn geboortestad Utrecht aan en deed historisch onderzoek. Tegelijk ontwikkelde hij zich tot een verdienstelijk ontwerper en schilder van sier- en gebruiksaardewerk, vooral in tinglazuur. 

Top