Verslag voorjaarsexcursie 2017 naar Polen: een onontgonnen tegelland
Zeventien Vrienden hadden ingetekend op de door bestuurslid Frans Klein georganiseerde reis naar Polen, van 15 tot en met 20 mei 2017. Om 11.40 uur kwamen we maandag de 15e per KLM in Warschau aan.Daar stond onze erudiete Poolse gids Thomas met een busje en chauffeur ons op te wachten.
Na het inkwartieren in hotel Desilva Wilanow trokken we naar het historische centrum van Warschau om door een lokale gids rondgeleid te worden. We bezochten de Sint Annakapel, nu onderdeel van de Universiteit, waar in de sacristieruimte (met prachtig ingelegd meubilair) onder het raam een betegelde lambrisering te zien viel van mooie Amsterdamse bijbeltegels met anjerhoeken, gemengd met landschapjes en, volgens Peter Sprangers, ook Utrechtse tegels. Een dienstdoende non meende te weten dat deze tegels uit een kasteel verderop afkomstig zijn, en door elkaar hier gezet zijn bij de wederopbouw in de naoorlogse jaren.
Op het grote plein in hartje stad zochten we vervolgens de zonovergoten terrassen op voor een lunch, waarna groepsgewijs op eigen gelegenheid de stad verkend werd. In het hotel wachtte ons na het diner een inleiding van Peter Sprangers (ondersteund door beelden en informatie van Jan Pluis en prof. Piotr Oczko, die samen een boek over het later nog te bezoeken Wilanow-paleis schreven, en ondertussen hard doorwerken aan het verzamelen van steeds meer informatie). Peter besprak een selectie van locaties in Polen waar Nederlandse tegels zijn te vinden, en maakte ons bewust dat er nog heel veel onderzoek nodig is om uit te vinden waar die waarschijnlijk miljoenen Nederlandse tegels die in de Oostzeevaart naar Polen zijn geëxporteerd, geproduceerd werden. Wat is Amsterdams, wat is Utrechts, wat komt uit Harlingen? En zijn er sponsen over en weer gebruikt die de zaken nog ingewikkelder maken?
Dinsdag 16 mei
Per bus ging het deze dag naar het dichtbij gelegen Wilanow-paleis, gebouwd door architect Locci Augusto. Nu een museum vol mooie kunst en stijlkamers, eind zeventiende eeuw een barokke residentie die de latere Poolse koning Jan Sobieski schonk aan zijn geliefde Italiaanse vrouw. Onze groep was natuurlijk vooral geïnteresseerd in het zg. Faience Kabinet.
Een zaaltje met fraaie Nederlandse tegels en tegeltableaus (Jan van Oort, Amsterdam, rond 1690), in Polen opgehoogd met goudverf om ze beter aan te laten sluiten bij de decoraties in het paleis. Een schitterend geheel, al konden de suppoosten hun ogen niet geloven dat die Nederlandse bezoekers (…) over de vloer kronkelden om alles gefotografeerd te krijgen. Overigens zaten er onder langs de wanden opnieuw rijen zeer wonderlijk gemengde tegels, inclusief lokale replica’s.
Volgend hoogtepunt was, na de lunch, een bezoek aan het prachtige Lazienki park en museum, het oudste park van Warschau, met klassieke tuin. Het barokke paleismuseum, gebouwd door de Nederlandse architect Tielman van Gameren, staat als het ware in het water, door vijvers met gondels omgeven. In de Bacchuszaal, met een mooi schoorsteenstuk van Jordaens treffen we zeventiende eeuwse Nederlandse tegels aan. Ook enkele badkamers zijn betegeld, maar ook met in de jaren’50 gemaakte Poolse kopieën, volgens de rondleider.
Deze avond werden we ook weer bijgeschoold, nu door Frans Klein die een inleiding op de geschiedenis van Polen had voorbereid. Een geschiedenis die getekend wordt door conflicten en oorlogen, met als rode draad steeds het verlangen om een eigen natie met een eigen identiteit, en een goede vorst te behouden. Hoogtepunt is wel de periode van midden 16e tot midden 17e eeuw, die wel de Poolse renaissance wordt genoemd. Onder koning Sigismund II bloeiden toen kunst en cultuur. Na deze zeer uitvoerige chronologie, eindigend met het bezoek van een groep Nederlandse tegelvrienden, nam conservator Johan Kamermans het stokje over. Hij bereidde ons inhoudelijk voor op de bezoeken aan het slot Mariënburg (Malbork) en een aantal andere locaties in Gdansk. Tot slot had ondergetekende nog wat gegevens opgediept over de intensiteit van de Nederlandse (vooral Amsterdamse) handel (graan!) met de Oostzeehavens, in de periode voorafgaand aan de Nederlandse Gouden Eeuw.
Woensdag 17 mei.
Vroeg vertrokken we voor de lange busreis van ongeveer 5 uur naar Gdansk, met een tweetal stops. De eerste in het fraaie stadje Pultusk, waar we in de oorspronkelijk 15e eeuwse kerk welkom werden geheten door de pastoor. Hij gunde ons het privilege de St. Franciscuskapel te bewonderen, voorzien van 2580 Nederlandse tegels.
Vrijwel allemaal blauw, op enkele bijzondere paarse bijbeltegels na, en met algemeen voorkomende voorstellingen van landschapjes met gekruiste hekjes, duiventillen, maar ook bloemenmandjes. Mogelijk van Amsterdamse origine, maar zoals vaker deze week werden er ruimhartig andere opties open gelaten. De tegels blijken afkomstig uit het nabijgelegen kasteel, ooit bisschoppelijk paleis, en zijn waarschijnlijk in de 19de eeuw verzet naar de kerk. Snel observeerden we hierna nog even wandelend het authentieke stadje. Thomas en de bus brachten ons na weer anderhalf uur voor de lunch bij een restaurant dat gevestigd bleek in een oude steenfabriek.We kregen in deze romantische omgeving een echt Poolse lunch opgediend: Varkensvlees, rode bietjes, tomatensoep met vermicelli, en gebak na. Smakelijk en zeer verzorgd.
Daarna 3 uur verder naar slot Marienburg (Malbork Castle) voor de Nederlandse tegels aldaar. Marienburg zou het grootste gotische kasteel ter wereld zijn. Het werd in 1276 gesticht door de Duitse Teutoonse ridders die een grote rol speelden in de Poolse staatsgeschiedenis. Het werd in de 18de eeuw vrijwel gesloopt, gerenoveerd in 1802 en weer verwoest in 1945. De indrukwekkende reconstructie van nu is UNESCO-erfgoed. Na de uitbundige rondleiding met verhalen over de militaire onoverwinnelijkheid van de Teutoonse ridders, kwamen we op de bovenetage bij een marmeren wasbak, omgeven door Nederlandse tegels.
Het rood marmeren bassin diende om handen te wassen voor het binnengaan van de zaal waar vieringen plaatsvonden. De tegels: Bijbelse voorstellingen, vrij algemeen. Dubbele cirkeltegels, kinderspelen, herders. Hoekvullingen met bijtjes en ossenkoppen. Ook: door sommigen als Rotterdams benoemde kwartrozetten. Waar kwamen ze vandaan, deze tegels? Amsterdam, Harlingen, Rotterdam? Er werd tot in Gdansk over door gefilosofeerd. En we sliepen gerieflijk in Hotel Dom Muzyka, het fraai gerestylede voormalig conservatorium.
Donderdag 18 mei.
’s Ochtends een wandeling door het prachtige oude centrum van Gdansk. Danzig, de latere vrijstaat onder Napoleon, was in de zeventiende eeuw de grootste stad van Polen en van het hele Baltische gebied. In de 17de eeuw deden jaarlijks wel 2000 schepen uit Amsterdam deze stad aan! Alles wat Polen binnenkwam moest via Danzig, en ging over de rivieren verder het land in. Grappig was dat we in het historische zogenaamde Holland House, nu een restaurant, werden gewezen op een gloednieuw, vakkundig geschilderd tegeltableau van Hugo Kaag. Als werkplaats lazen we Koch-Workum. Toen onze gids, een afgestudeerd jurist, onze interesse voor tegels en de Hanzehandel doorkreeg, kwam hij tot onze verrassing met het verhaal dat hij in de juridische archieven ooit een zaak was tegengekomen , die diende bij het juridisch hof van de Hanze in Lubeck, tussen de stad Gdansk en Haarlem of Amsterdam. Dat zou gaan over het recht om tegels te mogen kopieren. Enfin, er werden meteen adressen uitgewisseld.
Naast het raadhuis van de “Hoofd Stad” aan de Lange Markt bezochten we het raadhuis van de “Oude Stad” (Ratusz Starego Miasta), gebouwd in 1595 door Anthonis van Obbergen. Daar zijn wanden met waarschijnlijk Friese tegels, in kleine dubbele cirkels. Daarvan vele in Polen gemaakt voor restauratie. Verder landschappen en herdertegels, die Utrechts aandoen. Zeker 800 tegels, ruw geschat, met twee diagonale spijkergaatjes.
Hoogtepunt van de tour was toch het bezoek aan het Artus Court (Museum Junkerhof) een renaissancistisch gebouw dat diende als ontmoetingsplaats voor handelaren en magistraten. Middelpunt is daar de gigantische, bijna 11 meter hoge tegelkachel uit 1546. Er zitten meer dan 500 individueel geschilderde tegels, veelal met portretten. Karel V, Isabella van Spanje, de keurvorst van Saxen, ze zijn er allemaal.
Een symbool van religieuze tolerantie. Maar ook monniken en nonnen staan er op die drinken en feesten. Een Lutherse protestkachel is het dus ook. Maker van dit prachtstuk is de Meistertopfer Georg Stelzener. Elders in het gebouw stuiten we nog op blauwe tegels in paarse achthoeken (Harlingen, Amsterdam 1740?,wie weet het).
Als toetje mogen we nog even het Archeologisch Instituut in. Daar bezichtigen we een wand met tegels van de Poolse keramiste Anna Maria Strzelczyk. De individuele tegels, waarschijnlijk gekochte, geperste exemplaren van 15 x 15 cm zijn op het glazuur beschilderd met motieven ontleend aan Hollandse tegels. Ze omgeven twee kleine, op dezelfde gemaakte scheepstableautjes.
Na deze groepsexcursie waaieren we individueel uit over de stad. Schrijver dezes bezocht met een groepje het in een voormalig franciscaans klooster gevestigde Muzeum Narodowe (onderdeel van het Nationaal Museum) waar we het unieke geluk beleefden om het wereldberoemde, prachtige drieluik over het Laatste Oordeel van Hans Memling ongestoord te kunnen bewonderen. Daarna brachten we geruime tijd door in de Faience zaal, waar ondermeer bloemstuktableaus van Jan van Oort te zien waren. Plus Delftse faience. Maar ook vele andere tegels en maiolica uit Europese landen. En niet te vergeten de imposante eigen productie van Gdansk, waarbij opnieuw de prachtige en soms reusachtige kacheltegels de show stelen.
Vrijdag 19 mei
Per bus terug van Gdansk naar Warschau. Onderweg vertelt gids Thomas op indringende en ook persoonlijke wijze over het gevecht van zijn land Polen om een modern Europees land te worden. De inrichting van een nieuw onderwijssysteem, een woningbeleid, het regelen van pensioenen en de gezondheidszorg, het inrichten van de staat zelf: het raakt diep aan individuele levens en is nog steeds niet af. Maar Thomas vindt het wel fascinerend om mee te maken. “Het voelt als een sprong van 100 jaar in de geschiedenis”,zegt hij. “ Dertig jaar geleden waren we maar 25 jaar verder in ontwikkeling als Afrika. Nu zijn dat er 100”…
De tweede tussenstop is een nieuw hoogtepunt: het Nieborow paleis. Ook dit is gebouwd door Tielman van Gameren, die in het Warschau van de tweede helft 17de een gevierd architect werd. In het entreegebouw komen we meteen een goed gemaakte tegelkachel van lokale makelij tegen, de tegels beschilderd met op Utrecht geïnspireerde herdertegels. Even verderop in de hal is de binnenboog van een schouw bekleed met zowel originele als gekopieerde herderscenes. Hetzelfde in de toiletten. Verder mogen we nog niet kijken, want er staat een lunch klaar. En wat voor een! In de zaal is een gigantische ovalen tafel gedekt waar we allen ruim kunnen aanzitten. Er is prachtig gedekt, met verse bloemdecoraties, midden op de tafel die een meter of drie breed is. Met de smaakvolle, maar niet overdreven lunch voelen we ons als aan een staatsdiner. Daarna gaan we het gebouw verder door. Piece de resistance is het enorme trappenhuis, dat van plint tot over het gehele plafond doorbetegeld is met 8 a 10.000 Nederlandse tegels.
Een haast duizelig makend gezicht. Met het aanbrengen ervan is in 1766 begonnen. Aangenomen werd steeds dat de tegels uit Harlingen kwamen. Maar ook hier komt het gezelschap er niet uit. Zijn de wanden Utrechts en is het plafond Amsterdams? Of gemaakt in Harlingen met sponsen uit Amsterdam en Utrecht? Er is nog veel onderzoekswerk te doen…
Op de verdere tocht door het gebouw zien we een bedwelmend mooie groene tegelkachel, in Polen geproduceerd, die we ook al in het museum in Gdansk aantroffen.Even fraai oogt een paarse kachel met fabels van Lafontaine, die in 1982 (!) gemaakt bleek. Bij het paleis hoort ook een majolicafabriekje. Het gebouwtje bevat een kleine representatie van producten die sinds de oprichting in 1881 zijn gemaakt. Recent is er niet meer geproduceerd, maar er schijnt gewerkt te worden aan een doorstart. Na een wandeling door het in Franse stijl aangelegde park met een mooie bomencollectie vertrekken we voor onze laatste hotelnacht in Polen. Het blijkt een hotel van het gedroomde nieuwe Polen: glas, marmer en staal in het uiterst comfortabele bussinesshotel Sobieski by Radisson.
Zaterdag 20 mei
Deze laatste ochtend kon naar eigen wensen worden doorgebracht. Diverse mensen bezoeken musea, boekwinkels, antiquairs, of leveranciers van houtsnijwerk en subtiele wodkasoorten. Maar menig reiziger wordt toch ook weer met de zonnebril op de neus op een van Warschaus terrassen aangetroffen.
Op de luchthaven nemen we met warme woorden en een attentie namens de groep afscheid van gids en chauffeur. Om 19.15 uur landen we in Amsterdam, buitengewoon tevreden over een zeer verrassende tegelreis. Organisator Frans Klein krijgt lof, complimenten en onder welgemeend applaus een Poolse trofee overhandigd namens de hele groep.
Lejo Schenk