bevat artikelen over de volgende onderwerpen:
Een Makkumer gymnastiektegel
Jan Pluis
Tichelaar in Makkum maakt in 1886 tegels met gymnastische oefeningen. Een aantal van deze tegels is als decoratie geplaatst in de gevel van een gymnastieklokaal te Leeuwarden. De schilder van de in totaal 65 tegels is Eit Wijkstra (1851-1905). De woorden op een van de tegels, nu in de collectie van het NTM, verwijzen naar het Bondslied van het Koninklijk Nederlands Gymnastiekverbond. Van deze gymnastiektegels zijn acht ontwerpen bewaard gebleven.
Twee tableaus van molen De Arkduif
Nicolas Verhulst
Twee tegeltableaus met de voorstelling van een molen zijn afkomstig uit molen De Arkduif in Zwammerdam. Zij worden na restauratie weer herplaatst De bouw van molen De Arkduif is te dateren in 1697 (zie de vermelding op de tableaus); de tegeltableaus zijn hoogstwaarschijnlijk rond 1750 in Rotterdam gemaakt.
Judith Révész en de olifant
Dik Doesberg
Judith Révész, in 1915 geboren in Hongarije, komt in 1920 met haar ouders naar Nederland. Zij begint haar opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (IVKNO) in Amsterdam, maar besluit al gauw keramiek te gaan studeren aan de opleiding kunstnijverheid te Boedapest. Zij krijgt daar onder meer les van de beeldhouwer Marc Vedres. Na terugkeer in Amsterdam krijgt zij in 1938 de opdracht een tegelfries te maken voor de gevel van een meubelzaak in de Vijzelstraat in Amsterdam. In 1960-61 maakt zij een groot keramisch wandtableau met een kleurige olifant voor de vakantievilla van de Koninklijke familie, ‘L’Elefante felice’ in Porto Ercole (Italië). Na de verkoop van deze villa is de toekomst van het reliëf onzeker.
Prent en Tegel
Een bijzondere zeventiende-eeuwse Bijbeltegel ‘De betaling van de tol’
Wilfried Willekes
De voorstelling op de tegel uit circa 1640 is terug te voeren op een gedeelte van een fresco van Masaccio uit de vijftiende eeuw in een kapel in Florence. Het Bijbelverhaal staat in Mattheüs 17: 24-27: Jezus geeft de apostel Petrus opdracht te voldoen aan de eis van een belastinginner. Bij de eerste vis die hij vangt zal hij in de bek een zilverstuk aantreffen. Dit zilverstuk dient hij dan als belastingmunt aan de tollenaar te overhandigen.
Georg Sturm, ontwerper naast Pierre Cuypers
Rob Delvigne m.m.v. Frans Landzaat
Georg Sturm (Wenen 1855–Wageningen 1923) werd in 1882 leraar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam. De school was gehuisvest in het Rijksmuseum in aanbouw. Het Rijksmuseum werd rijkelijk gedecoreerd met tegeltableaus. De ontwerpen voor de tegels aan de buitenmuren en voor de wandschilderingen binnenin werden door Sturm gemaakt, in nauwe samenwerking met de architect P.J.H. Cuypers. De historische taferelen zijn in de toenmaals moderne stijl aangebracht: decoratief en tweedimensionaal.
De tegeltableaus aan de voorkant beelden de voornaamste kunst-steden van Nederland af, in de vorm van wapendragers. De wapendrager werd eind negentiende eeuw een geliefde voorstelling op tegels en schilderingen. Sturm werd in deze tijd bij veel prestigieuze projecten betrokken zoals bij het Centraal Station van Amsterdam, ook van de hand van Cuypers. Het borduurwerk in de Gouden Koets (1898) is eveneens door Sturm ontworpen.
Tegeltableaus in de kerk Madre de Deus in Lissabon
Vanaf de bestelling in Nederland tot in de negentiende eeuw
Ana Anjos Mântua en João Pedro Monteiro
Het Portugese Museu Nacional do Azulejo (Nationale Tegelmuseum) bevindt zich in het voormalige klooster Madre de Deus in Lissabon. In de architectuur van de zestiende-eeuwse kerk zijn Nederlandse tegeltableaus opgenomen. Deze worden grotendeels toegeschreven aan de Amsterdamse tegelbakker Jan van Oort, maar ook enkele aan de jongere Willem van der Kloet. Omdat er van 1687 tot 1698 in Portugal een importverbod gold voor Nederlandse tegels, is de hele bestelling altijd vanaf 1698 gedateerd. In een recent gevonden document uit 1686 wordt echter vermeld dat Luís Correia da Paz, bestuurslid van de Braziliaanse Kamer van Koophandel in Lissabon, de kostbare betegeling betaald heeft. Die was in 1686 dus al grotendeels aanwezig.
De voorstellingen op de tegeltableaus blijken, anders dan op het eerste gezicht lijkt, een betekenis te hebben, waarbij ook de oorspronkelijke plaatsing in de kerk van belang is. De tableaus in het kerkschip, waar leken komen, verwijzen naar de roeping van nonnen en zetten deze af tegen de weg van de wereldlijke genoegens. Andere tableaus ontlenen hun betekenis aan de plaatsing naast nu verdwenen altaren of bij het portaal, of zij waren enkel zichtbaar voor de priester vanaf het hoogaltaar.
Na de opheffing van alle kloosterorden in 1834 is de kerk in de jaren 1869 tot 1894 gerestaureerd en ingrijpend verbouwd door architect Nepomuceno. Daarbij zijn veel van de Nederlandse tableaus verwijderd en verplaatst. Hiaten in de betegeling zijn eind negentiende eeuw in historiserende stijl opgevuld.
Wilhelm Joliet, een meesterlijke tegelkenner
‘Als buitenlander moet ik voorzichtig zijn’
Lejo Schenk
Lejo Schenk spreekt met de Duitse tegelkenner Wilhelm Joliet. Deze is met name bekend vanwege zijn grote betrokkenheid bij de restauraties van de betegelingen in het jachtslot Falkenlust en de zomerresidentie Augustusburg in het Duitse Brühl. De tegels in deze beide achttiende-eeuwse kastelen zijn van grote kwaliteit en geproduceerd door de Rotterdamse firma Aalmis. Joliet, geboren in 1934, is beroepsmatig gespecialiseerd in betegelingstechnieken en was decennialang bij de kwaliteit van de opleidingen in dit vakgebied betrokken. Hij ontwikkelde zich tot een groot kenner van Rotterdamse tegels en publiceerde over deze en andere onderwerpen vele artikelen en boeken. Ook onderhoudt hij twee gespecialiseerde websites. Momenteel verlegt hij zijn aandacht terug naar publicatie en onderzoek betreffende historische tegelproductie in Duitsland.