A- A A+

Vrienden Nederlands Tegelmuseum

tegelmuseum-08.jpg

Tegel37coverbevat artikelen over de volgende onderwerpen:

Zeeuwse Tegelvondsten III: Bloemtegels 

Peter Hendrikse & Lida Brouwer - Brand - pagina 4

In de provincie Zeeland, met als hoofdstad Middelburg, zijn bijzondere bloemtegels aangetroffen. Bijzonder, omdat hoekfiguren ontbreken en omdat deze bloemen bezocht worden door insecten en zelfs door vogels. Het is mogelijk dat de bron voor deze decoraties gezocht moet worden in de prenten van planten en dieren die vervaardigd zijn door Johannes Goedaert (1617-1668). De publicaties van deze in Middelburg opgegroeide natuurvorser werden in binnen- en buitenland gelezen en bekeken.

Prent en Tegel

Historische personages uit de Nederlanden op tegels in de collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel

Frans Caignie en Claire Dumortier - pagina 9
m.m.v. Wilhelm Joliet en Wim van de Loo

De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel bezitten zes vierkante portrettegels en tien ovale portretplaquettes. Het museum Simon van Gijn te Dordrecht heeft in zijn collectie zes vierkante portrettegels van het zelfde type. Ook op grond van een reeks exemplaren in andere collecties is het waarschijnlijk dat er in elk geval drie series van elk acht portrettegels zijn geproduceerd. De productie van de vierkante tegels kan een initiatief van de tegelbakkerij geweest zijn, maar de reeks ovale tegelplaten veeleer een specifieke opdracht.

Afgebeeld zijn historische personages uit de zestiende eeuw uit beide kampen die betrokken waren bij de Nederlandse opstand (vroeger 'tachtigjarige oorlog' genoemd). De portretten zijn gebaseerd op twee series prenten, de eerste uit een drukwerk van de hand van Johannes Ghysius uit 1616, de tweede in 1626 uitgegeven door Emanuel van Meteren.

Op basis van vergelijking met gedateerde en/of gesigneerde stukken faïence (zie afb. 1-3), archivalisch onderzoek en observatie van de schildershand schrijft Wim van de Loo de productie van deze tegels en plaquettes toe aan de tegelbakkerij op het Lucasbolwerk te Utrecht, op dat ogenblik eigendom van Johannes Schillemans, en de uitvoering aan diens schilder Hendrik van Kasteel, in de periode 1855-1865. De overeenkomst betreft onder meer de lettervormen in de tekstband rond de portretten en de karakteristieke wijze van schilderen van de neuzen en het gebruik van schaduwen hierbij. 

De geschiedenis van Susanna op haardstenen uit de zestiende en negentiende eeuw

Jan Pluis - pagina 25

In de zestiende en vroege zeventiende eeuw, voordat er wandtegels op grote schaal gemaakt werden, werd de achterwand van de haard vaak opgebouwd uit ‘haardstenen’, gebakken stenen (10 x 13 à 16 cm groot, ca. 5 cm dik) met een voorstelling in reliëf. Deze werden veelal gemaakt in de omgeving van Luik en Antwerpen, vanaf ca. 1600 ook in Holland en Utrecht.

Het apocriefe Bijbelse verhaal van Susanna, die ten onrechte beschuldigd wordt van overspel door twee oudsten (Daniël 13), is op haardstenen uitgewerkt in een reeks van zes voorstellingen. De voorbeelden zijn onbekend, één van de haardstenen is aan de zijkant gedateerd 1532.

Eind negentiende eeuw zijn opnieuw haardstenen gemaakt, waarbij deze oude stenen als voorbeeld dienden, door de steenfabriek Dericks & Geldens in Druten, opgericht op initiatief van de architect Pierre Cuypers. Enkele van deze haardstenen hebben op de achterkant fabrieksmerk en jaartal 1886. Volgens een artikel in het Bouwkundig Weekblad van 1887 zijn de haardstenen toegepast in oude schouwen in het Rijksmuseum te Amsterdam en in het Prinsenhof te Delft.

De tegeltableaus van Max Laeuger voor huis Kareol

Prosper de Jong - pagina 31

In 1906 begon de zakenman en Wagner liefhebber J.C. Bunge met de bouw van dit huis. Zowel aan de buitengevels als ook in huis werden tegels en tegeltableaus van de Duitse Jugendstil keramist Max Laeuger (1864 - 1952) toegepast. Dit artikel geeft een overzicht van de 22 tegeltableaus en gaat nader in op de bijzondere vervaardigingstechniek. In 1979 werd huis Kareol gesloopt. Een aanzienlijk deel van de tegeltableaus werd ondergebracht in Nederlandse musea en in andere openbare gebouwen.

De tegelgek van Deinum is Liefhebber

Op bezoek bij een nuchtere verzamelaar

Lejo Schenk - pagina 40

Prominent verzamelaar Gerard Liefhebber (1933) praat in dit geschreven portret over zijn verzamelaarsleven en zijn kritische waarnemingen in de tegelwereld.

Liefhebber, de Vrijmetselaar, heeft gewerkt als docent lichamelijke opvoeding. In 1962 werd hij aangestoken door een Delftse handelaar en sindsdien verzamelt hij. Zelf verkocht hij tienduizenden tegels naar o.a. Duitsland en Denemarken, en van de opbrengst financierde hij zijn verzameling. Hij heeft zich verdiept in een aantal vervalsingsgeschiedenissen van tegels, met name van blauwpaarse schepentegels en bijbeltegels. Liefhebber is kritisch over veilingen en gelooft in het belang van eigen netwerken. Hij houdt van tegels, maar kan het bezit ervan ook heel goed relativeren.

Top