A- A A+

Vrienden Nederlands Tegelmuseum

vrouw.jpg

Tegel35coverbevat artikelen over de volgende onderwerpen:

Middeleeuwse vloertegels in hoog- of laagreliëf

Albert Reinstra - pagina 4

Een relatief onbekende groep keramische tegels in Nederland zijn de middeleeuwse reliëftegels. Deze tegels, meestal vloertegels met een gestempelde voorstelling in hoog- of laagreliëf, komen al vanaf de eerste helft van de dertiende eeuw voor in met name kerken en kloosters. Slechts één vloer (Cisterciënzerklooster Aduard, ziekenzaal) bleef gedeeltelijk bewaard, de rest is in de loop der tijd door verbouwingen, begravingen of door de Reformatie verdwenen. Dat er veel meer tegelvloeren waren, bewijzen de vele losse archeologische vondsten die in diverse musea worden bewaard.

Er is een grote variëteit aangetroffen in tegels en voorstellingen. Het formaat van de tegels varieert al naar gelang de regio, net als de kleur. Zo zijn in Friesland tot 9 cm dikke rode en gele exemplaren bekend, terwijl in Utrecht en Holland de overwegend rode tegels vaak niet dikker zijn dan gemiddeld 2,5 tot 3 cm. Uit de geïnventariseerde tegels blijkt verder dat lineaire, vegetatieve maar vooral ook figuratieve motieven populair waren. De voorstellingen met mensen, dieren en fabelwezens zijn in veel gevallen gebaseerd op bijbelteksten of de zogenaamde bestiariën. Ze verwijzen dan ook naar een diepere religieuze betekenis of moraal en geven een prachtig inzicht in de belevingswereld van de middeleeuwer. Deze ‘verhalende’ tegels maakten vaak deel uit van cirkelvormige patronen, die op hun beurt mogelijk weer een rol speelden in liturgie of ritueel. Van verschillende tegels zoals uit Utrecht of Aduard is bekend dat ze lokaal gebakken zijn. Andere gevallen zijn minder gemakkelijk te duiden omdat ze op verschillende vondstplekken zijn aangetroffen. Rondreizende tegelbakkers kunnen hierin een rol spelen maar ook handel, regionaal of internationaal, behoort tot de mogelijkheden.

De grote hoeveelheid informatie die aan reliëftegels kan worden afgelezen maakt ze tot een bijzondere historische bron. Om die reden zullen we in de toekomst dan ook attent en voorzichtig moeten zijn bij ingrepen in historische kerkgebouwen, onze oudste bouwwerken met onze oudste tegels.

Zeeuwse Tegelvondsten

Peter Hendrikse - pagina 17

In de provincie Zeeland, met name op Walcheren, zijn veel vroege kwadraattegels gevonden. Peter Hendrikse en een groep medeverzamelaars stelden voor dit nummer van Tegel een selectie van dergelijke tegels samen. Hendrikse beschrijft enkele kenmerken van de tegels waardoor ze als Middelburgse productie beschouwd zouden dienen te worden. Die betreffen ondermeer de wijze van beschilderen.
In de discussie die de afgelopen jaren gevoerd is over de invloed van de Antwerpse productie op die in de Noordelijke Nederlanden volgen de Zeeuwse verzamelaars de conclusies van Arend Jan Gierveld in Tegel 32. Met deze bijdrage wil de redactie van Tegel vooral beelddocumentatie bieden.

700 jaar tegels uit Kütahya

Hans Theunissen - pagina 21

Our image of Ottoman Turkish ceramic production is dominated by the well-known İznik ceramics. However, Kütahya, too, has been an important centre for the production of ceramics, including tiles, for 700 years.

Initially the tiles were applied in mosaic patterns and lustre glazes were used. In the fifteenth century the cuerda seca technique was applied, before making way for blue and white under-glaze decoration. Kütahya’s golden age was the first half of the eighteenth century. In 1718-1719 polychrome bible (!) tiles were produced, which eventually were used in the Armenian Cathedral of St. James in Jerusalem. There was collaboration between Armenian and Turkish tile makers.

Kütahya suffered a major decline around the time of the first world war, but it has been enjoying a marked revival since 1970. Tiles and tile pictures are once again among the principal products of the ceramic studios in Kütahya.

Rotterdamse ruitertegels in Schwetzingen

Wilhelm Joliet - pagina 28

In de jaren 1723 en 1727 werden door de Rotterdamse tegelbakker Hendrik Schut (1682/83-1738) in totaal 35.000 (!) tegels geleverd aan de keurvorst van de Palts in Duitsland. In eerste instantie werden ze toegepast in de oranjerie en de balzaal van diens residentie in Schwetzingen. Nadien werd een klein deel herplaatst in het theehuis. Bijzonder is met name de serie van 269 ruitertegels met 23 verschillende decors. Deze ruitertegels zijn niet alleen naar Duitsland geëxporteerd, maar ook naar Frankrijk, Engeland en Portugal. We kunnen stellen dat deze Rotterdamse ruitertegels bij de Europese adel populair waren.

Tegelplaat van de Alkmaarse tegelbakkerknechts

Juliette van Seters - pagina 32

Beschrijving van een tegel die de knechten van de Alkmaarse tegelbakkerij in 1805 maken, met een zegewens voor hun nieuwe directeuren. Het bedrijf, dat al in de zeventiende eeuw bestond, gaat echter al in 1810 door brand verloren.

De Amsterdamse St. Hubertuskapel op een tegeltableau van Rozenburg 

Ger J.M. de Ree - pagina 34

De N.V. Haagsche Plateelbakkerij Rozenburg (1883-1917) was destijds de bekendste Nederlandse plateelbakkerij. Er zijn door de fabriek veel tegels en tegeltableaus afgeleverd, bestemd voor toepassing in de buitenarchitectuur of als tegelschilderij dan wel herinneringstableau. Het hier besproken tableau laat een afbeelding zien van de St. Hubertuskapel aan de Stadhouderskade te Amsterdam. Deze kapel is samen met het aangrenzende St. Josef Gezellenhuis gesticht door de eerste praeses, Jhr. H.C.J.M. van Nispen. Het tableau is tien jaar na de dood van Van Nispen geschilderd in 1907. Uit het archief van Rozenburg blijkt dat het tableau is geschilderd door Leenderd de Weij; in particulier bezit is de voorbeeldfoto bewaard gebleven. 

Paul Stoffels, een eigenzinnige tegelveteraan

Lejo Schenk - pagina 38

In het interview van redacteur Lejo Schenk met Paul Stoffels praat deze gepassioneerd over de vele liefhebberijen waarnaar zijn belangstelling de afgelopen 93 jaar is uitgegaan en berijdt hij zijn ontelbare stokpaardjes. Paul, classicus en jurist, is sinds de oprichting van de Vriendenvereniging in 1971 lid. Als bestuurslid van de historische vereniging Oud-Monnickendam is hij sterk betrokken geweest bij het wel en wee van de oude tegelcollectie van C. van Tijen, die van 1903 tot 1921 arts in Monnickendam was. Het restant ervan is in 2003 in Zwolle geveild. Een deel van deze collectie is behouden gebleven en hangt permanent in het museum De Speeltoren te Monnickendam. Opvallend zijn met name vier tableaus van twee bij twee tegels die apostelfiguren afbeelden.

De tegeltableaus van Karel Appell

Martin van Meurs - pagina 42

Karel Appel, de bekendste naoorlogse kunstenaar van Nederland, stierf op 3 mei 2006. In zijn oeuvre nemen tegelwanden en tegeltableaus een belangrijke, maar tot nu toe onderbelichte, plaats in. 

Zoals de meeste Cobra - kunstenaars werkte Appel al vroeg (eind jaren veertig) met keramiek, waarbij hij in zijn kleurgebruik terughoudend was. De eerste tegelwand ontwierp Appel op verzoek van de befaamde architect J. J. P. Oud voor het Bio-Vakantieoord te Arnhem, rond 1960. Hij werkte toen al in de voor hem zo kenmerkende heldere kleuren. Daarna volgden veel grote opdrachten in binnen- en buitenland. In het atelier van Henk Trumpie, Structuur 1968, creëerde Appel ook een drietal kleinere, verhandelbare tableaus. Een daarvan, getiteld Personage, is begin 2007 verworven door het Nederlands Tegelmuseum. Eerder al verwierf het museum het overgangswerk Hoofd met baard. Daarmee is het Nederlands Tegelmuseum het enige museum ter wereld waar tableaus van Karel Appel te zien zijn. 

De tegeltableaus van Karel Appel

Top