bevat artikelen over de volgende onderwerpen:
Prent en tegel
Arend Jan Gierveld - pagina 4
De ontwerpers van sponsen voor het centrale decor op schotels en tegels moesten hun voorbeelden soms bijeen sprokkelen. Niet altijd waren er series gravures in boeken te vinden. Er zijn een schotel en een aantal tegels uit de eerste helft van de zeventiende eeuw waarop een zeearend is afgebeeld en er is een aantal tegels met een liggend hert met een groot gewei. Als grafisch voorbeeld dienden direct of indirect twee houtsneden uit een boek dat in 1554 in Venetië werd uitgegeven. De arts Matthiolus uit het Toscaanse Siena stelde dit boek (zes boeken in één band) samen over de betekenis van vele honderden planten en sommige dieren voor de geneeskunde. Het is wel bijna zeker dat de sponsenmakers en de tegelschilders nooit van het boek gehoord hebben, maar dat wat latere gravures teruggaan op deze houtsneden. Het voorbeeld van de zeearend is bij Verswaen in Gouda gebruikt, maar misschien ook in Haarlem. Het liggend hert zal in diverse tegelbakkerijen zijn geschilderd. Al stammen de schotel en de hier afgebeelde tegels uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, de invloed van de weergave van het liggend hert met een gestrekte voorpoot is nog duidelijk aan het einde van de achttiende eeuw.
Oranjevorsten op tegeltableaus
Willi Joliet en Johan Kamermans - pagina 8
Portretten van Oranjevorsten zijn door de eeuwen heen regelmatig op tegels geschilderd, maar dit was nooit vanzelfsprekend. De bekende tegeltableaus werden allereerst gemaakt op momenten dat de Oranjes net hersteld waren, zoals na het tweede stadhouderloze tijdperk (tijdens het bewind van Willen IV en de kinderjaren van zijn zoon) of na de Franse tijd (het begin van het koningschap van Willem I). Ook op momenten van grote politieke spanningen, waarbij de positie van de stadhouder in het geding was, werden portrettableaus gemaakt (vooral rond 1790, maar ook rond 1615-1625, bij het einde van het twaalfjarig bestand). De schilders maakten daarbij gebruik van prenten die in grote aantallen werden uitgegeven, waarbij niet altijd duidelijk is welke het meest oorspronkelijk is. Helaas is slechts zelden bekend wie deze tableaus in hun huizen lieten plaatsen.
Tegeltableaus uit het Station Delft naar ontwerp van Adolf Le Comte
Bart Verbrugge - pagina 22
De vier tegeltableaus uit de hal van het Delftse station, die in 1995-1996 door het Nederlands Tegelmuseum zijn verworven, zijn representant van een belangrijk moment in de geschiedenis van de Nederlandse tegelindustrie. Het betreft namelijk een van de eerste voorbeelden van een monumentale tegeldecoratie in een representatief gebouw aan het eind van de negentiende eeuw. In die periode was sprake van een belangrijke herleving van de Nederlandse tegelindustrie, waarbij De Porceleyne Fles, de producent van de tableaus van het Delftse station, een pioniersrol vervulde. Alle personen die in deze pioniersperiode van de herleving van het Delfts blauw aardewerk én tegeldecoratie een rol speelden, waren ook betrokken bij de vervaardiging van de tableaus voor het Delftse station, in 1884-1885: Adolf Le Comte voor het ontwerp, de plateelschilder Leon Senf voor de uitvoering en G. Offermans voor de samenstelling van de glazuren.
Op het moment dat de tableaus in Delft werden geplaatst, sloot het in Delfts blauw uitgevoerde ontwerp goed aan op de toen heersende stijlopvattingen van de neorenaissance. Deze periode was tevens een opstap naar de daaropvolgende stijlperiode van Art Nouveau of Nieuwe Kunst, waarin een nieuwe generatie kunstenaars, maar opnieuw ook Le Comte, met succes gebruik maakten van de vele decoratieve mogelijkheden van de keramische tegel.
De tegelpanelen van het voormalige Grand Hôtel du Lévrier et de l'Aigle Noir te Maastricht
Mario Baeck - pagina 32
In de koetsdoorrit van het voormalige Grand Hôtel du Lévrier et de l'Aigle Noir, Boschstraat 76 in Maastricht, bevindt zich een indrukwekkende reeks van zes tegelpanelen. Deze landschappen werden alle rond 1900 door de Belgische Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt in cloisonnétechniek vervaardigd. Het was een modieuze keuze die het hotel een moderne aanblik gaf. De centrale panelen zijn verwant met ontwerpen voor Hasselt van Jacques Madiol, een Belgische schilder van Nederlandse afkomst. Ze vertonen in de waterpartijen een in het symbolisme en de art nouveau zeer karakteristieke lijnvoering. De zijpanelen behoren tot de gewonere standaardproductie. De omvang van dit project maakt het tot een van de belangrijkste realisaties van de Hasseltse fabriek.
Met een verfkrabber op zoek naar Tjallingii
Lejo Schenk in gesprek met een Friese graver - page 44
De Harlingse amateurarcheoloog en aardewerkverzamelaar Luut de Haan zoekt al sinds zijn zestiende jaar naar aardewerk en andere producten in de bodem van zijn geboortestad. In een interview met redacteur Lejo Schenk beschrijft hij ondermeer hoe hij stroken gestort afval van keramiekbakkerijen langs de vaarten buiten de stad systematisch heeft afgegraven. In de binnenstad van Harlingen vond hij op een voormalig fabrieksterrein duizenden biscuitfragmenten met reliëfversiering. Deze nog niet beschreven fragmenten, sommige turkoois geglazuurd, benoemt De Haan als productie van de Harlingse fabriek Tjallingii. Als bewijs voert hij ondermeer aan, de bij Tjallingii in het bedrijf aanwezige slijp- en zaagapparatuur.
Maastrichtse gebouwen en bouwwerken op tegels
Jan Pluis en Jean M.W. Maussen - pagina 47
Met de opkomst van de toeristenindustrie kwam ook de handel in tegels met stadsgezichten tot bloei. Voor de stad Maastricht is vooral het bedrijf van de Société Céramique van belang. Van dit bedrijf zijn acht langwerpige tegels met afgeronde hoeken met gebouwen en bouwwerken van Maastricht in transfertechniek bekend. Handgeschilderde tegels met Maastrichtse gezichten kennen wij van het Atelier Astra (Gubbelstraat) naar kleurenlitho’s van ca 1850 van Alexander Schaepkens. Meer individuele ontwerpen leverden de ateliers van De Groot Crolla (tegenover de Helpoort) en Frans Tuinstra (Neercanne). Daarnaast zijn er nog verschillende tegels met Maastrichtse gebouwen in zeefdruktechniek van veelal onbekende makers.
De ontwerpers van sponsen voor het centrale decor op schotels en tegels moesten hun voorbeelden soms bijeen sprokkelen. Niet altijd waren er series gravures in boeken te vinden. Er zijn een schotel en een aantal tegels uit de eerste helft van de zeventiende eeuw waarop een zeearend is afgebeeld en er is een aantal tegels met een liggend hert met een groot gewei. Als grafisch voorbeeld dienden direct of indirect twee houtsneden uit een boek dat in 1554 in Venetië werd uitgegeven. De arts Matthiolus uit het Toscaanse Siena stelde dit boek (zes boeken in één band) samen over de betekenis van vele honderden planten en sommige dieren voor de geneeskunde. Het is wel bijna zeker dat de sponsenmakers en de tegelschilders nooit van het boek gehoord hebben, maar dat wat latere gravures teruggaan op deze houtsneden. Het voorbeeld van de zeearend is bij Verswaen in Gouda gebruikt, maar misschien ook in Haarlem. Het liggend hert zal in diverse tegelbakkerijen zijn geschilderd. Al stammen de schotel en de hier afgebeelde tegels uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, de invloed van de weergave van het liggend hert met een gestrekte voorpoot is nog duidelijk aan het einde van de achttiende eeuw.