bevat artikelen over de volgende onderwerpen:
Tegels van de Boterbrug in Delft
Jan Romijn
In het pand Boterbrug 11 Delft was tot 1980 een aantal betegelde wanden aanwezig. De wanden van het trappenhuis en van de achterkamer op de begane grond waren van vloer tot plafond van zeventiende-eeuwse tegels met kinderspelen voorzien. Op een ander wandvlak waren tegels met voorstellingen van zeewezens en van schepen door elkaar heen aangebracht.
Een melaatse bedelaar
Wilfried Willekes
Deze tegel geeft een melaatse bedelaar weer die met zijn geopende hand geldstukken tracht te vangen. De munten worden hem van een veilige afstand toegeworpen om besmetting te voorkomen.
Amsterdamse zeewezens met geel versierd: de Pruikenburgvondst
Lejo Schenk
Dit artikel beschrijft de vondst van een groep tegels met zeventien verschillende motieven van zeewezens in villa Pruikenburg in Laren, het Gooi. Dit huis heeft toebehoord aan de bekende schilder Gijs Bosch Reitz, die verwant was aan de Amsterdamse regentenfamilie Six. Bosch Reitz was ook verzamelaar, hij werd zelfs conservator Aziatische keramiek in het Metropolitan Museum in New York.
De tegels moeten door hem elders verworven zijn en begin twintigste eeuw in zijn nieuwe villa gezet. Het type was tot op heden niet bekend; de blauwwitte zeewezens hebben warmgele accenten in de beschildering. Ze zijn duidelijk verwant aan een groep in de collectie van het Rijksmuseum, die door Jan Pluis rond 1680 wordt gedateerd. Mogelijk zijn ze een gemoderniseerde variant van ongeveer 1680-1700. Het artikel suggereert een verband met de komst van de Utrechtse tegelmakersfamilie Van Oort naar Amsterdam. In hun werk werd geëxperimenteerd met goudluster op tegels, en komen incidenteel ook gele accenten voor.
Bloemenvaastableaus in paleis Wilanów
Jan Pluis
In november 2013 verscheen de Poolse publicatie 'Gabinet Farfurowy w pałacu w Wilanowie. Studium historyczno-ikonograficzne' (Het Faience Kabinet in het Wilanówpaleis. Een studie over de geschiedenis en de iconografie) door Piotr Oczko en Jan Pluis.
Dit Faience Kabinet is gedecoreerd met tegels en tegeltableaus die met goudverf gehoogd zijn na aflevering in Polen, zodat ze aansloten op/bij de vele goudkleurige decoraties in het Kabinet. Op de tableaus staan bloemvazen afgebeeld met diverse chinoiserie-voorstellingen. Op grond van stijlkenmerken kunnen deze tableaus worden toegeschreven aan de tegelbakkerij van Jan van Oort in Amsterdam en zijn ze rond 1690 te dateren.
Hollandse tegels in het Casa do Paço, Figueira da Foz, Portugal
Inês Pinto
Aan het einde van de zeventiende eeuw koos D. João de Melo het aan de monding van de rivier de Mondego gelegen Figueira da Foz (Portugal), voor de bouw van het Casa do Paço. Dit paleis herbergt een van de grootste toepassingen van Nederlandse figuur- en tafereeldecors, die zich sinds de achttiende eeuw nog altijd in situ bevinden.
De wanden van vier zalen op de bel-etage bevatten tegels met drie thema’s: Twee zalen zijn versierd met landschapjes, een met Bijbeltegels en een met ruitertegels. In totaal zijn het bijna 6.700 tegels, die vervaardigd zijn bij de tegelfabriek aan de Delftsevaart in Rotterdam. In dit artikel worden elf niet eerder ontdekte grafische voorbeelden van de landschappen gepresenteerd.
Prent en Tegel: Een stadgezicht van Boumeester: de twee torens
Marten Boonstra
Van achttiende-eeuwse landschapstegels is in veel gevallen nog wel het prentvoorbeeld te vinden, maar daarmee is de afgebeelde plaats nog niet bekend. Dat geldt ook voor deze tegel van een stadspoort aan het water, geschilderd door Cornelis Boumeester (1652-1733). Het voorbeeld is een ongedateerde ets van Anthonie Waterloo (1609-1690). Door vergelijking met topografische schilderijen, en vooral door een riviergezicht van Salomon van Ruysdael, is duidelijk dat deze tegel een gezicht op Arnhem biedt. Het poortgebouw is dan mogelijk de Janspoort.
Prent en Tegel: Petrus en de haan
Ides Dehaene
De Bijbelse voorstelling van de Verloochening door Petrus (Mat. 26:69-75) komt op Nederlandse tegels in een groot aantal versies voor. Tegelfabrikanten lieten zelf ontwerpen maken of namen deze over van anderen (soms de moedersponsen zelf). Bestaande ontwerpen werden ook steeds meer vereenvoudigd, tot ze bijna niet meer herkenbaar zijn en ook de verwijzingen niet meer kloppen. Veel voorstellingen zijn terug te voeren op een prent van Pieter Schut die het moment van de vraag van het dienstmeisje aan Petrus uitbeeldt. Andere voorstellingen tonen het berouw van Petrus, nadat de haan heeft gekraaid.
Meer over Sturm in het Rijksmuseum
Rob Delvigne
Nieuw onderzoek naar de ontwerpen van Georg Sturm (1855-1923) voor het Rijksmuseum leidt tot enkele aanvullingen op het artikel dat de auteur in Tegel 39 publiceerde. Tegen de zuidgevel zijn drie tableaus van kleurig geëmailleerd lava die door de aanbouw van de Nachtwachtzaal in 1906 aan het oog zijn onttrokken.
Tegen de muur van de verbindingsgalerij naar het Fragmentengebouw zijn vijf tableaus met vrouwenfiguren aangebracht, die verwijzen naar de boek- en prentkunst. Tenslotte is er meer gevonden over de omzwervingen van het door Cuypers afgewezen Rozenburgtableau uit 1892 van de Drie Gratiën met het opschrift ‘Schoon – Waar - Goed’, dat bestemd was voor de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers.
Boumeester herleeft in Amsterdam. Een nieuwe betegeling naar een oud tableau
Francine Stoffels
In verband met de aanleg van een nieuwe metrolijn in Amsterdam worden het Centraal Station en de infrastructuur eromheen gerenoveerd. Onderdeel van de herstructurering is een nieuwe fietsers- en voetgangerstunnel voor een betere verbinding tussen Amsterdam Noord en het Centrum.
In die tunnel is aan de voetgangerszijde een betegeling aangebracht van 100 x 7 m die aan de kant van het centrum figuratief is. De Amsterdamse grafisch ontwerpster Irma Boom is uitgegaan van een gesigneerd tegeltableau van de Rotterdamse tegelschilder Cornelis Boumeester (c. 1652 – 1733), in het bezit van het Rijksmuseum. Het stelt een oorlogsschip voor genaamd Rotterdam met daarachter een haringvloot. In de nieuwe betegeling is het Rotterdamse wapen op de spiegel van het schip vervangen door het Amsterdamse.
De tegels zijn, wegens de omstandigheden buiten, van een andere kleisamenstelling gemaakt dan de wandtegels uit Boumeesters tijd. Zij zijn wel op traditionele wijze met behulp van sponsen van de trek voorzien en met de hand beschilderd, in blauw, dat tot het midden van de tunnel in intensiteit afloopt, tot alleen wit overblijft. Daarna neemt de kleur blauw weer heel geleidelijk toe, tot de tegels aan de IJzijde bijna effen blauw zijn.
Dit technische hoogstandje is vervaardigd door Koninklijke Tichelaar in Makkum. Het is nu het grootste in Nederland aanwezige handgeschilderde tegeltableau.
Pieter Tichelaar: ondernemer, onderzoeker en stimulator in de keramiek - 'Iets goed afmaken, dat geeft me bevrediging'
Lejo Schenk
Pieter Tichelaar (1928) gaf tot 1985 leiding aan Nederlands oudste familiebedrijf, de Koninklijke Aardewerkfabriek Tichelaar in Makkum. Hij publiceerde meerdere boeken over aardewerkproductie en -technieken. Thans werkt hij aan zijn laatste onderzoekspublicatie, over Noord-Nederlandse majolica. In dit interview met redacteur Lejo Schenk vertelt hij openhartig over zijn jeugd, zijn relatie met zijn vader, en zijn zoon die hem opvolgde. Ook de geschiedenis van het bedrijf tijdens de bezetting, de keuze die het bedrijf nu maakt, en zijn opinies over het verzamelen van tegels komen aan de orde.