bevat artikelen over de volgende onderwerpen:
Jubileumwoord van de voorzitter
Ger de Ree - pagina 4
De Stichting Vrienden Nederlands Tegelmuseum is opgericht op 2 augustus 1968, nadat zich al vanaf 1966 een club van Vrienden vormde rond het particuliere Tegelmuseum in het woonhuis van de architect Feenstra. Men begon al snel met het organiseren van jaardagen in Otterlo en elders, nog altijd het moment waarop de Vrienden elkaar ontmoeten. In 1971 verschijnt het eerste nummer van het huidige TEGEL, aanvankelijk een bescheiden Jaarboekje. Het is nog altijd een podium waarop zowel amateurs als professionals hun artikelen publiceren. Vrienden verrichten, in samenwerking met het museum, veel onderzoek. Een voortrekkersrol heeft Jan Pluis, die de ene na de andere publicatie het licht doet zien en daarmee de Nederlandse tegelcultuur van eeuwen op de kaart zet. In het halfjaarlijkse Vriendennieuws komt actuele informatie aan bod. De Vrienden onderhouden contacten met tal van buitenlandse zusterorganisaties en musea en publiceren sinds 1995 een internationaal halfjaarlijks bulletin van alle exposities, studiedagen en publicaties die op tegelgebied in Europa en Amerika worden gerealiseerd. De voorzitter besluit zijn terugblik op 40 jaar Vrienden met een pleidooi om meer aandacht te besteden aan de tegelcultuur van de twintigste eeuw en om nog vaker over de landsgrenzen te kijken.
Zeeuwse tegelvondsten II: Cirkelbandtegels
Peter Hendrikse & Kitty Laméris - pagina 11
Voor de meeste tegelliefhebbers gaat er niets boven een mooie vroege kwadraat- of cirkelbandtegel. In Zeeland worden beide gevonden. Reden om een bloemlezing van deze tegels te publiceren. In Tegel 35 kwamen de kwadraattegels aan bod, in de Tegel die voor u ligt een selectie van cirkelbandtegels. Cirkelbandtegels kunnen in ruwweg in twee groepen worden verdeeld: de cirkelband met koordrand en de gewone cirkelbandtegel. De eerste vindt zijn oorsprong in Italië.
Nederlandse tegels in Brazilië in cultuurhistorisch perspectief
Hannedea C. van Nederveen Meerkerk - pagina 19
In het Sint Antonius klooster te Recife – Pernambuco (Brazilië), bevinden zich bijna 1.000 blauwwitte Nederlandse tegels uit de zeventiende eeuw, benevens circa 300 fragmenten. De tegels zitten in friezen boven de architraaf van de kloosterhof, waar ze vermoedelijk bij een restauratie in de jaren na 1696 zijn aangebracht. De voorstellingen en hoekmotieven behelzen vrijwel het gehele zeventiende-eeuwse tegelscala. Er is in het klooster ook een belangrijke collectie Portugese tegeltableaus met Bijbelse voorstellingen.
De aanwezigheid van een grote hoeveelheid Nederlandse tegels is begrijpelijk als men bedenkt dat de West-Indische Compagnie (WIC) dit gebied beheerste van 1630-1654. Voor de herkomst van deze vermoedelijk grootste vaderlandse tegelcollectie buiten Europa, wijst men onder meer in de richting van Huis Vrijburgh, het werkpaleis van de WIC gouverneur Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen, maar ook naar de bakstenen huizen waarin vermogende kooplieden woonden.
De tegels hebben te lijden van luchtvervuiling, de zoute zeewind en optrekkend vocht vanuit de fundamenten. Conservering hiervan is dringend nodig.
Het planten van de meiboom
Wilhelm Joliet - pagina 33
Het Couven Museum in Aken bezit een aanzienlijke collectie van voornamelijk Nederlandse tegels. Dit artikel gaat nader in op een groot tegeltableau met een afbeelding van 'Het planten van de meiboom'. Deze voorstelling gaat terug op een oud gebruik om de komst van de lente te vieren door een boom te planten. Het tableau van 48 tegels is naar alle waarschijnlijkheid rond 1750 in Rotterdam gemaakt naar prenten, gebaseerd op tekeningen van de maanden en seizoenen van Claude Saint-Paul. Tegelschilders vulden soms hun schildering aan met details van andere prenten, zoals hier wordt geïllustreerd.
Kunstnijvere Albert Smit, een beroemde onbekende
Rob Delvigne - pagina 37
Het American Hotel (1900-1902) aan het Leidseplein in Amsterdam is een architectonisch hoogtepunt uit de Art Nouveau-periode, naar ontwerp van de architect Willem Kromhout. Aan hem zijn ook de ontwerpen voor de tegeltableaus aan de gevels toegeschreven. Deze blijken echter ontworpen door de vrijwel vergeten tekenaar Albert Smit (1878-1946). Hij studeerde in de jaren 1895-1899 aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid. Mogelijk via zijn leraar Georg Sturm kwam hij in contact met de uitgever van het internationale tijdschrift Dekorative Vorbilder, waar in de loop der jaren enkele uitgesproken Nieuwe Kunst-achtige ontwerpen van zijn hand gepubliceerd werden. Tijdens zijn studiejaren was hij ook actief in de tegelfabriek Lotus van zijn (oudere) medestudent Bert Nienhuis. Daarna werd hij tekenleraar en wijdde hij zich in zijn vrije tijd aan prijsvragen voor architectuurontwerpen.
Jan Pluis: ‘Er is meer dan de voorkant’
Portret van Nederlands grootste tegeldocumentalist
Lejo Schenk - pagina 46
Ter gelegenheid van 40 jaar Vriendenvereniging interviewt Lejo Schenk de bekende tegelauteur en specialist Jan Pluis. Pluis, met zijn vrouw Henny vertelt daarin over zijn brede interesses, zijn jeugd en hoe hij gefascineerd raakte door het keramisch product tegel.
Het gesprek behandelt de totstandkoming van Pluis’ standaardwerken, waarin het recent verschenen boek over de Nederlandse tegel van de twintigste eeuw.