Tegels

op electriciteitshuisjes

(ELE-NH, ELE-ZH, ELE-UT, ELE-GD, ELE-LB)

 

In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Limburg komen honderden gebouwtjes voor ten dienste van de electriciteitsvoorziening die zijn versierd met tegels of soortgelijke bouwkeramiek. Het gaat om ornamenten op zogeheten electriciteitshuisjes (huidige spelling: elektriciteitshuisjes), ook wel aangeduid als transformator- of trafo-huisjes of -stations, of als hoogspanningshuisjes. In de inventarissen ELE-NH, ELE-ZH, ELE-UT, ELE-GD en ELE-LB zijn per provincie de tot nu toe aangetroffen exemplaren geregistreerd.

Verspreid door heel Noord-Holland kan men op electriciteitshuisjes vele tientallen malen telkens samen dezelfde twee tegels aantreffen. Op de ene tegel staat dan afgebeeld een kraaiende haan voor een opkomende zon; op de andere een vervaarlijke hond (buldog) op een vloer van om en om groen en blauw gekleurde vloertegels.

De ‘Haan & Hond’ tegels vormen de aanleiding voor een set inventarissen op deze website. Er worden deelverzamelingen 'Haan & Hond' tegels gepresenteerd in de inventarissen ELE-NH met diverse volgnummers; de opsplitsing is grofweg gebaseerd op een geografische verdeling van de provincie. Om een volledig overzicht van de ruim honderd tot nu toe bekende gevallen te krijgen, dient de belangstellende deze deelverzamelingen als één organiek geheel te beschouwen (in feite ook nog uitgebreid met inventarissen ELE-NH met hoogste volgnummer, ELE-ZH, -UT, -GD, en -LB).
 

Haan & Hond op electriciteitshuisje (1541CL, Koog aan de Zaan, Leliestraat 4)

Gezien de z.g. cloisonné techniek waarin ze zijn uitgevoerd, zijn de Haan & Hond tegels vrijwel zeker ontworpen door Lambertus Eugen Florian (Lambert) Bodart (1872-1945), en geleverd door de Porceleyne Fles te Delft (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan). Ze zijn vanaf het midden van de jaren 1910 aangebracht aan electriciteitshuisjes van de Kennemer Electriciteit Maatschappij (K.E.M.) gebouwd onder architectuur van Johannes Bernardus (Han) van Loghem (1881-1940; zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan). In 1917 werd de K.E.M. opgenomen in de Provinciale Electriciteitsmaatschappij van Noord-Holland (P.E.N., later PEN), door welk bedrijf het gebruik van de tegels werd voortgezet, ook onder architectuur van anderen dan Van Loghem (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan).

In verreweg de meeste gevallen (c. 90 %) zijn Haan & Hond zodanig geplaatst dat ze elkaar ‘aankijken’; waar zij rug-aan-rug staan, is er wellicht sprake geweest van onoplettendheid van de bouwvakkers. Vrijwel even vaak zijn Haan & Hond ofwel in één muur ingemetseld, ofwel aan weerszijden van de hoek van twee muren; in ’n enkel geval (1184VX, Amstelveen, Ouderkerk aan de Amstel, Kruitmolen naast 8) zijn Haan & Hond tegenover elkaar ieder in een andere zijmuur aangebracht (vgl. ‘Bronnen, en verder’, onderaan).

In de gevels van electriciteitshuisjes van zowel K.E.M. als P.E.N. zijn in enkele gevallen ook uit tegels bestaande naamtableaus aangebracht (zie inventarissen ELE-NH, de deelverzameling met het hoogste volgnummer): soms wel en soms niet in combinatie met Haan & Hond.

 

 K.E.M. (1165HC, Halfweg, Schoolstraat naast 20) 

P.E.N. (1483EB, De Rijp, Westeinde 58)

Bij aanvang werden op 1 Januari 1917 bij P.E.N. 173 electriciteitshuisjes ingebracht, waaronder die van K.E.M.; op 14 Maart 1941 werd het duizendste electriciteitshuisje van P.E.N. in gebruik genomen (het staat Nes 1 te Schagen; zie ELE-NH, de deelverzameling met het hoogste volgnummer); en in Augustus 1941 was het totaal 1023 (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan).
 

Gedenksteen 1000e electriciteitshuisje van P.E.N. (1741JZ, Schagen, Nes 1)

Het is niet duidelijk welk percentage van deze meer dan 1000 electriciteitshuisjes ooit met Haan & Hond werd opgesierd; maar de inventarissen ELE-NH vertegenwoordigen ruwweg slechts een schamele 10 % van dit aantal. Het 1000e huisje, te Schagen, uit 1941, heeft géén Haan & Hond tegels: het laat zich aanzien dat zulke versiering inmiddels niet meer bij electriciteitshuisjes van P.E.N. werd aangebracht. Waarschijnlijk is men dan na de Tweede Wereldoorlog voor de ornamentiek van electriciteitshuisjes van P.E.N. bij een andere vorm terecht gekomen: het wapen van de provincie, geflankeerd door links en rechts een bliksemschicht die allicht electriciteit verzinnebeeldt (zie ELE-NH, de deelverzameling met het hoogste volgnummer).
 

Wapen van Noord-Holland met bliksemschichten (1948RH, Beverwijk, Flevoland naast 30)

Allicht paste met heraldiek weergegeven 'trots op Noord-Holland' beter bij de tijdgeest in een pas van de Duitse bezetting bevrijd gebied. Overigens waren in de jaren 1930 aan de voorgevel van het hoofdkantoor van P.E.N. in Bloemendaal al twee provinciale wapenschilden aangebracht (maar géén bliksemschichten).
 

Hoofdkantoor P.E.N. te Bloemendaal, met wapenschilden van de provincie Noord-Holland

De architect van dit kantoorgebouw was Henri Timo Zwiers (1900-1992); in een werkenlijst van Zwiers (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan) staat voor het jaar 1947 als “uitgevoerd” vermeld: “P.E.N. Transformatorgebouwtje”. Omdat hierbij, anders dan bij de meeste andere werken in de lijst, geen specifieke locatie wordt aangeduid, is het mogelijk dat het hier gaat om een in serie op verschillende plaatsen uitgevoerd ontwerp. De electriciteitshuisjes die versierd zijn met schilden waarop het wapen van Noord-Holland is afgebeeld, met aan weerszijden een bliksemschicht, hebben een uitstraling die goed past in de sfeer van wederopbouw na WO2. Het lijkt daarom aannemelijk dat Zwiers in 1947 de ontwerper van deze electriciteitshuisjes is geweest; of hij ook verantwoordelijk is voor de keuze van provinciewapen en/of bliksemschichten als ornament, is niet bekend.
 

In Amsterdam en regio heeft noch de K.E.M. noch de P.E.N. geopereerd; daar was het gemeentelijk energiebedrijf G.E.B. actief, dat op haar electriciteitshuisjes kennelijk geen tegels – Haan & Hond, of anderszins - aanbracht. Iets dergelijks geldt voor Haarlem en regio, en de Gemeente-Lichtfabrieken aldaar, en voor het eiland Texel en de Texelsche Electriciteits Maatschappij (T.E.M.) (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan).

Haan & Hond tegels zijn voor zover bekend buiten het werkterrein van de P.E.N., Noord-Holland (behalve dus de regio’s rond Amsterdam en Haarlem, en Texel), nergens op electriciteitshuisjes aangebracht. Wel zijn Haan en Hond vermoedelijk ‘gewoon’ als losse tegels in de handel geweest; ook is er sprake van een kleinere variant van de tegels in een kartonnen verpakking die werd uitgedeeld aan P.E.N. personeel.
 

Relatiegeschenken P.E.N.
mini-Haan en mini-Hond (80 x 80 mm)
(met dank aan dr Jan Vredenberg, Velp)

Elders in Nederland is wel bouwkeramiek in een soortgelijke twee-eenheid voor electriciteitshuisjes gebruikt. In Leiden en omgeving, bijvoorbeeld, twee terracotta tegels, de ene met de twee gekruiste sleutels uit het wapenschild van Leiden, de andere met de afkorting S.L.F. (Stedelijke Licht Fabrieken) met daaronder LEIDEN (zie inventarissen ELE-ZH). Volgens mededelingen van (oud-)werknemers van NUON c.q. van haar voorgangers ter plaatse (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan), werden deze ornamenten vervaardigd door Pottenbakkerij Vermeulen, te Zoeterwoude.
 

 

Bouwkeramiek S.L.F. in Leiden en regio (2333AM, Leiden, Wassenaarseweg 23)

Minder vergelijkbaar met Haan & Hond is de bouwkeramiek waarmee electriciteitshuisjes zijn opgesierd in Delft en regio (tenminste ook in Berkel en Rodenrijs, Pijnacker, en Zoetermeer): soms twee terracotta tegels, de ene met het wapen van Delft (een met golven(de lijnen) aangegeven gracht, of ‘delft’, temidden van effen vlakken - oevers - aan weerszijden), de andere met de letters G E B (Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf) onder elkaar; maar soms ook slechts één tegel, de ene of de andere (zie inventarissen ELE-ZH). In Delft werd overigens ook wel andere ornamentiek toegepast (eveneens opgenomen in inventarissen ELE-ZH).
 

Bouwkeramiek GEB in Delft en regio (2651BM, Rodenrijseweg 43, Berkel en Rodenrijs)

Naast GEB Delft komt in Berkel en Rodenrijs ook nog (tenminste) twee maal op electriciteitshuisjes voor: bouwkeramiek waarop rechts afgebeeld het wapen van Berkel en Rodenrijs, met links de tekst G.E.B. (ook opgenomen in inventarissen ELE-ZH): kennelijk was eerder en/of elders dan GEB Delft in dezelfde gemeente ook een eigen gemeentelijk electriciteitsbedrijf actief.
 

Bouwkeramiek G.E.B. in Berkel en Rodenrijs (2651CN, Berkel en Rodenrijs, Noordeindseweg 364)

Nog verder verwijderd van Haan & Hond, zowel geografisch als in vergelijkbaarheid, zijn dan de tegeltableautjes met boven “PROVINCIALE” en onder “ELECTRICITEITSWERKEN”, met links en rechts daarvan het (gestileerde) wapen van Gelderland, op electriciteitshuisjes van de Provinciale Geldersche Electriciteits-Maatschappij P.G.E.M. in Gelderland (zie inventarissen ELE-GD).
 

 Tegeltableautje P.G.E.M., ca. 1920 – 1924
(6663BC, Lent, Griftdijk Zuid zonder nummer)

Tegeltableautje P.G.E.M., ca. 1924 – 1940
(6663KA, Lent, Zandsepad naast 1)

Tegeltableautje P.G.E.M., ca. 1920-1924
(6671CG, Zetten, Hoofdstraat 59)

Tegeltableautje P.G.E.M. (datering onbekend)
(6718ZJ, Ede, Kerkhoflaan tegenover 6)

Crols & Hermans (1995) (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan), blz. 23-24, schrijven:

  • Een deel van de transformatorhuisjes van de PGEM is voorzien van tegeltableau met naamsvermelding. Het oudste tableau bestaat uit vier gele tegels met in het midden een horizontale blauwe band, met daarin in geel de tekst provinciale electriciteitswerken [in kapitalen]. Geheel links en rechts bevindt zich een tegel met het wapen van Gelderland: een klimmende leeuw op een blauw en geel veld. Dit tableau is vervaardigd door de plateelbakkerij 'De Distel' te Amsterdam […]
    Vanaf 1924 wordt een nieuw en qua ontwerp strakker tegeltableau toegepast, bestaande uit vier tegels met eveneens het opschrift provinciale / electriciteitswerken [in kapitalen] in geel op een zwarte achtergrond. De tekst wordt aan beide zijden geflankeerd door een gestileerd blauw-geel provinciewapen, waaruit de leeuwen zijn verdwenen. Dit tegeltableau is vervaardigd door 'Goedewaagen'. 
     

Op de bijbehorende afbeeldingen zijn de respectievelijke bedrijfsnamen, DE DISTEL en GOEDEWAAGEN GOUDA, rechts onderin herkenbaar. Het oudere tableautje heeft inderdaad zes tegels; er is ook een variant met acht tegels, waarop rechts onderaan als bedrijfsnaam staat vermeld: DISTEL GOUDA; of, en zo ja, hoe de oudere varianten onderling chronologisch geordend zijn, is niet zonder meer duidelijk. Overigens zijn van de beide oudere varianten slechts enkele exemplaren bekend; de nieuwere variant komt vele tientallen malen voor. De variant bestaande uit drie tegels zoals aangetroffen in Ede, zonder bedrijfsnaam, lijkt een incident.

In de provincie Utrecht komen een enkele maal electriciteitshuisjes voor met twee maal dezelfde tegel: een groen fond met daarop in geel boven de letters “P.U.” en onder de letters “E.M.”, langs de randen van de tegel omgeven door paarse bliksemschichten (zie inventaris ELE-UT).
 

Tegel P.U.E.M.
(3723HM, Bilthoven, Soestdijkseweg 480)

P.U.E.M. staat voor Provinciale Utrechtsche Electriciteits Maatschappij; de bliksemschichten, die kennelijk het ‘schichtige’ font van de letters hebben geïnspireerd, verwijzen natuurlijkerwijze naar electriciteit. Volgens Blijdenstein (1993) (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan) werden de tegels ontworpen door mw Beukman, echtgenote van H. Beukman, chef van de afdeling Vergunningen (grond- en rechtenverwerving) bij de PUEM.

In de provincie Limburg zijn een deel van de vooroorlogse electriciteitshuisjes, eerst van de Stroomverkoop-Maatschappij der Staatsmijnen in Limburg (SVM), na 1932 van de Provinciale Limburgsche Electriciteits Maatschappij (PLEM), voorzien van een ornament dat bestaat uit een vierkante (ongeveer 300 x 300 mm), op één van zijn hoeken staande, keramiek tegel waarin langs de verticale diagonaal in bas-reliëf een Bij is afgebeeld (zie ELE-LB). Overigens is bij misschien wel de helft van de huisjes dit ornament er uit gesloopt: in een aantal gevallen zijn de tegels dan elders opnieuw in muren ingemetseld; een andere her-bestemming was als eerbetoon aan een medewerker van PLEM of haar opvolgers.

 

Bouwkeramiek SVM / PLEM: Bij, “symbool van nijverheid”
(5809AE, Leunen, Albionstraat naast 40)

Bij als eerbetoon
door collega’s bij energiebedrijf Mega Limburg geschonken aan H.A.G. van der Schoot bij zijn afscheid in 1996
(met dank aan dhr Danny van der Schoot)

Rond 1980 was in Gennep dhr Wiel Weeckers rayonchef bij PLEM. Dhr Weeckers liet een originele Bij uit een electriciteitshuisje slopen en daar een mal van maken door monteur Hans van Triel. Deze mal is naar steenfabriek Nuance in Afferden gebracht, en daar is er een serie replica’s (wellicht zo’n 20 exemplaren) van gemaakt die aan relaties werden geschonken (zie 6051GK, Maasbracht, Gangboord 41). Andere replica’s heeft men bij een aantal electriciteitshuisjes waar de oorspronkelijke Bij was uitgesloopt, later ter restauratie aangebracht (zie ‘Bronnen, en verder’ onderaan). Volgens informatiebordjes op huisjes in Beesel (in maart 2009, één nog met Bij, en eentje waaruit de Bij is verdwenen), is de Bij hier “symbool van nijverheid”: kennelijk de nijverheid die door de electriciteitsvoorziening mogelijk werd gemaakt. Inlichtingen ingewonnen bij museum De Tiendschuur te Tegelen (zie ‘Bronnen, en verder’ onderaan) duiden erop dat de Bij is geboetseerd door Leo (of Lei) Hendrix, destijds werkzaam bij de steenfabriek van Alfred Russel, waar de tegels ook zouden zijn uitgevoerd.
 

Bouwkeramiek in Limburg:
Replica van de Bij
(6127AZ, Grevenbicht-Papenhoven, Boulevard bij 2)
 

Een verwijderde Bij
(6446AP, Brunssum, Trichterweg naast 107a)

In Zuid-Holland (SLF Leiden, GEB Delft, GEB Berkel en Rodenrijs), in Gelderland (PGEM), en later in Noord-Holland (PEN), is bij de decoratie van electriciteitshuisjes telkens een beroep gedaan op de heraldiek. Maar evenmin als de Bij in Limburg, lijken met betrekking tot de K.E.M., Haan & Hond niet simpelweg terug te voeren te zijn op een of andere heraldische oorsprong. Voor Haan (coq) en Hond (bulldog) zal men toch niet hebben te denken aan symbolen van respectievelijk Frankrijk en Engeland: deze landen voerden op 6 oktober 1799 een veldslag bij Castricum, met bijbehorende manoeuvres elders, in het (achterland van) Kennemerland. In de Chinese astrologie volgen telkens een ‘jaar van de Haan’ (bijv. 1909 en 1921) en een ‘jaar van de Hond’ (bijv. 1910 en 1922), elkaar op; maar ook daaraan lijkt geen plausibele verklaring voor Haan & Hond vanaf omstreeks 1915 te ontlenen.

Wat betreft wat dan wèl de reden is geweest voor juist de Haan en de Hond op de electriciteitshuisjes van K.E.M. en P.E.N. in Noord-Holland, zijn er verschillende mogelijkheden geopperd.
 

  • Ene v.M. schrijft in ''HAAN EN HOND' in den muur van onze Hoogspanningshuisjes' (Alles Electrisch, 1933; zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan):

    [...] het betreden van deze gebouwtjes door niet ter zake deskundigen [is ...] levensgevaarlijk [...]. Dit gevaar nu wordt [...] onderstreept door de in de muren gemetselde 'Haan' en 'Hond'. De haan staat daar om zijn waarschuwing uit te kraaien: Mij is dit huis ter BEWAKING toevertrouwd, geen onbevoegde mag hier binnentreden en aan de andere zijde komt de hond met zijn nog verder strekkende taak: Mij is dit huis ter VERDEDIGING toevertrouwd en ik sta gereed die verdediging op mij te nemen. De haan doet dus een beroep op het verstand en voor degenen die daarvoor niet vatbaar zijn, is er de hond, die niet verder argumenteert, doch toehapt. Zooals reeds eerder gezegd, is het eigenlijke doel, waarmee de kleurige tegels worden aangebracht slechts versiering en hun beteekenis als symbool der waakzaamheid zal mogelijk velen voorbij gaan. Uiteraard zijn symbolen altijd voor meerdere uitleg vatbaar, zoodat, als er lezers zijn, die bij de tegels denken aan 'de aankondiging van het licht' en de 'trouwe levering', daartegen geen bezwaar is. Ook zijn wij tevreden wanneer zij voor zichzelf het antwoord gevonden mochten hebben, dat een onzer enthousiaste electrisch kokende afnemers gaf bij de beschouwing onzer zwijgende waarschuwers: 'De haan kan het niet bekraaien zoo mooi als 't is en de hond kan het niet beloopen zoo vlot als ’t gaat'.
     

  • Ook het volgende is wellicht van relevantie. Albert Hendrik van Rood (1885-1947), de architect zelve van een electriciteitscentrale voor P.E.N. in Velsen-Noord, schrijft in 1936 (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan):

    Willem Brouwer uit Leiderdorp maakte hoekplastieken: Haan en Dog [sic], als emblemen van Licht en Kracht, door het P.E.B. opgewekt [P.E.B. = provinciaal electriciteits bedrijf, = P.E.N.].

Willem Coenraad Brouwer (1877-1933) was een roemrucht maker en leverancier van bouwkeramiek; zijn Dog voor Van Roods electriciteitscentrale is nog ter plaatse aanwezig (zie inventarissen ELE-NH, de deelverzameling met het hoogste volgnummer: 1951HJ, Velsen-Noord, Hoflaan 1); zijn Haan is echter teloor gegaan, er rest nog slechts een vage reproductie van een oude foto.
 

Haan van W.C. Brouwer, ‘embleem van Licht’
(centrale P.E.N.; 1951HJ, Velsen-Noord, Hoflaan 1; met dank aan dr Jan Vredenberg, Velp)

Alle bovengenoemde verklaringen lijken er op de ene of op de andere wijze aan mank te gaan dat zij zich niet op natuurlijke wijze verstaan met het gegeven dat tegelijkertijd afwisselend sommige electriciteitshuisjes wel, en andere - wellicht meer - juist weer niet, van Haan & Hond werden voorzien.

In Noord-Holland (ELE-NH) is, volgens mededeling van NUON in 1996 of 1997, een geval van Haan & Hond uit het straatbeeld in Hilversum verdwenen (zie ‘Bronnen, en verder’, onderaan).

 

Electriciteitshuisje met Haan & Hond op Langgewenst te Hilversum; gesloopt (foto 1996, Jan Vredenberg).

In Zuid-Holland (ELE-ZH) stond in ieder geval tot in 1963 een electriciteitshuisje met (tenminste) de SLF-tegel ‘wapen van Leiden’ aan de Mauritssingel te Leiderdorp (zie ‘Bronnen, en verder’ onderaan); noch het huisje noch de tegel(s?) werden in oktober 2009 nog aangetroffen.
 

Detail electriciteitshuisje Mauritssingel, Leiderdorp (1963), gesloopt.

In Delft (eveneens ELE-ZH) zijn de laatste paar jaar tenminste twee electriciteitshuisjes met GEB en wapen van Delft aan sloop ten offer gevallen: De Genestetstraat tegenover 3, Delft en Colignystraat bij 136, Delft. In de provincie Utrecht (ELE-UT) is bij de reconstructie van de provinciale weg in Oudewater een huisje waarin PUEM tegels waren aangebracht, verloren gegaan (3421GS, Willeskop hoek Damstraat); ENECO Klantenservice geeft aan dat vooraf aan de sloop de tegels al waren gestolen. Crols & Hermans (1995) (betreffende ELE-GD; zie ‘Bronnen, en verder’ onderaan), blz. 20, beelden een “voormalig” huisje – met PGEM tegeltableau (mogelijk met zes tegels) – af aan Markt[plein] te Terborg, dat kennelijk verdwenen is; een huisje met tegeltableau in Apeldoorn is gesloopt, maar weer her-opgebouwd: in het Openluchtmuseum te Arnhem. In Limburg (ELE-LB) werd in 1927 Melick-Herkenbosch als honderdste gemeente aangesloten op het electriciteitsnet van de SVM; het bijbehorende electriciteitshuisje in die gemeente, mèt Bij (zie ‘Bronnen, en verder’ onderaan), werd echter in maart 2009 niet meer aangetroffen. 
 

Electriciteitshuisje te Melick-Herkenbosch, 1927 (detail; met dank aan dr Jan Vredenberg, Velp)

Wellicht is hier, en wie weet bij hoeveel meer electriciteitshuisjes in Limburg, sprake van verwoesting door oorlogsgeweld (WO2). Evenzeer laat het zich overigens raden dat veel electriciteitshuisjes, al dan niet met Haan & Hond, heraldiek, Bij, of andere ornamentiek, aan een of andere vorm van vernietiging ten prooi moeten zijn gevallen (zie ook ‘Bronnen, en verder’, onderaan). Ook buitendien zijn de electriciteitshuisjes met Haan & Hond vermeld in de inventarissen ELE-NH, evenmin als inventarissen ELE-ZH, ELE-UT, ELE-GD, ELE-LB, waarschijnlijk nog bij benadering GEEN volledige opsommingen van wat er thans nog over is.

Aanvullingen zijn welkom.
 

Bronnen, en verder

Voor inventarissen ELE-NH is allereerst de identificatie van L.E.F. Bodart als de 'vaste' ontwerper van cloisonné tegels voor de Porceleyne Fles van belang. Zie L.G.A. Schram & C.M. Schram-De Lange, Cloisonné tegels, Jacoba aardewerk tegels, De Porceleyne Fles Delft ([Otterlo]: Stichting Vrienden van het Tegelmuseum It Noflik Sté; 1985), blz. 12, 19, 25, 26, 35; en speciaal voor de Haan, blz. 37 (de Hond komt niet in het werk voor). Zie ook: Bert Pols, 'De Porceleyne Fles', 'L.E.F. Bodart', en tegels 40-37 (Haan) en 40-39 (Hond), maten vermeld als 215 mm x 215 mm, in Cloisonné tegels van De Porceleyne Fles te Delft: catalogus (Pijnacker, 1995); hierin eveneens, als respectievelijk 39-71 en 39-18, de tegels van haan en hond zoals ook aanwezig 1052CG, Amsterdam, Nassaukade 13 (maten vermeld als 105 mm x 105 mm). In het overzichtswerk van de gezaghebbende auteur Jan Pluis, Nederlandse Tegels 1900-2000 (Leiden: Primavera Pers; 2008) komen tegeltoepassingen op electriciteitshuisjes slechts zeer zijdelings aan de orde. In de hoofdstukken over De Porceleyne Fles (c.q. L.E.F. Bodart), over De Distel en Goedewaagen (zie ELE-GD), en over Russel-Tiglia (zie ELE-LB) staat er niets over. In het hoofdstuk over een verder volstrekt buitenstaand bedrijf (Tjallingii, Makkum) vermeldt Pluis - terzake van twee afgebeelde tegels, 75 x 75 x 10 mm, waarop afgebeeld 'haan' en 'twee buldogs' zonder in het oog springende gelijkenis met Haan & Hond (anders dan dat het nu eenmaal om dezelfde dieren gaat) - alleen (blz. 203):

  • Opvallend is dat de combinatie van haan en hond (buldog) ook vele keren is aangetroffen op elektriciteitshuisjes van de KEM/PEN in Noord-Holland. Die zijn bij De Porceleyne Fles vervaardigd (eveneens in cloisonnétechniek, formaat  215 x 215 mm) […] De haan en de hond symboliseren waarschijnlijk de waakzaamheid.

(In de Index ontbreekt overigens blz. 203 bij ‘Porceleyne Fles, De’; in-situ opgemeten exemplaren van Haan en Hond meten 210 mm x 210 mm of minder).

In het deel Noord-Holland van de prestigieuze serie ‘Monumenten in Nederland’ (Zwolle: Waanders / Zeist: Rijksdienst voor de Monumentenzorg; 2006) wordt op blz. 416 vermeld: “Het trafohuisje bij Hilversumseweg 51 (circa 1925), mogelijk een ontwerp van J.B. van Loghem, is voorzien van twee polychrome tegels (kraaiende haan en waakhond) gemaakt door de firma Westraven te Utrecht.” (zie 1251EW, Laren, Hilversumseweg bij 51 / St. Janskerkhof). Deze toeschrijving aan Westraven is vermoedelijk abusief.
 

In het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam worden tekeningen van J.B. van Loghem bewaard (code: LOGH) voor al dan niet uitgevoerde electriciteitshuisjes, de meeste met Haan & Hond aangeduid, sommige met expliciet aangegeven: “Haan”, “Hond”.
 

Schetsen, ondertekend “J.B. van Loghem”, voor ‘Nieuwer-Amstel’ [= 1184VX, Amstelveen, Ouderkerk aan de Amstel, Kruitmolen naast 8], 03.05.1918, met expliciete aanduiding van tegels “HAAN – HOND”
(NAi; LOGH t4.1, grote map; met dank aan dr Jan Vredenberg, Velp).

 

Over dit materiaal, zie ‘Technisch inzicht en gezonde vormenspraak’, hoofdstuk 5 (blz. 165-193) in: Rudolfine Antoinette Eggink, J.B. Van Loghem, Architect van een optimistische generatie (proefschrift TU Delft; 1998).
Zie ook: Jan Vredenberg, ‘Trotse kastelen & lichtende hallen’. Architectuur van electriciteitsbedrijven in Nederland tot 1960 (proefschrift KU Nijmegen; Utrecht: Uitgeverij Matrijs; 2003), blz. 94-99 (op blz. 380 ook een foto (uit 1996) van het inmiddels verdwenen electriciteitshuisje op het Langgewenst in Hilversum, met Haan & Hond).

Op enkele tekeningen in het archief staat toegevoegde informatie. Op tekeningen van Van Loghem voor een electriciteitshuisje in Zandvoort, Dec. 1917, komen Haan & Hond niet voor; wel wordt vermeld: “ZWARTE TEGELS (THOOFT)”: blijkbaar was De Porceleyne Fles (Joost Thooft & Labouchère) de ‘vaste’ leverancier van tegels. Op een ontwerp voor Penningsveer, Van Loghem, 25.02.1918, staat: “2 stuks tegels haan en hond 20 x 20”; op een ontwerp voor Bloemendaal, 02.08.1919, “tegel 20/20 met randje groen gekristalliseerde tegels 5/5”. Saillant is ook, uit een bestek voor ‘Nieuwer-Amstel’ (= 1184VX, Amstelveen, Ouderkerk aan de Amstel, Kruitmolen naast 8): “De twee relieftegels in de zijgevels moeten door den aannemer worden aangebracht, de tegels worden door het P.E.N. geleverd, franco magazijn te Bloemendaal, de kosten en risico van verzending zijn voor rekening van den aannemer”.
In de NAi dossiers bevinden zich ook tekeningen gesigneerd “VdB” resp. “V.d.Burgt” (volgens Eggink te identificeren als J.J. van der Burgt (Jacob Jan van der Burgt, 1888-1972), achtereenvolgens medewerker en opvolger van Van Loghem bij P.E.N.), waaronder die voor Verlaat (zie 1704JP, Verlaat (Heerhugowaard), Verlaat tegenover 4-6), uit 1920, waarop de aan te brengen Haan & Hond staan aangegeven; en nog tekeningen waarop geen architect staat vermeld: bijvoorbeeld, uit 1928, voor Den Helder (zie 1781KK, Den Helder, Koningsplein tegenover 7), waarop Haan & Hond eveneens als aan te brengen zijn aangeduid. Ook G. Hogervorst (1885-1969; Eggink schrijft A. Hogervorst) was eerst een medewerker en later een opvolger van Van Loghem bij de P.E.N.: zie – met portretfoto - Alles Electrisch (zie verderop) 11-10, October 1941, blz. 172. Hogervorst moet eveneens sommige van de electriciteitshuisjes hebben ontworpen waarop Haan & Hond zijn aangebracht. Bij zijn gedetailleerde uitwerkingen van ontwerpen van Van Loghem (Hilversum, Huizerstraat; Nieuwer-Amstel, Ouderkerkerlaan) tekende Hogervorst Haan en/of Hond soms zorgvuldig in.

 

Op bouwtekening ingetekende Hond
(uitwerking door G. Hogervorst van ontwerp van J.B. van Loghem voor Nieuwer-Amstel
[= 1184VX, Amstelveen, Ouderkerk aan de Amstel, Kruitmolen naast 8], Mei 1918)
(NAi; LOGH t4.1, grote map)
 

Het NAi bewaart ook de archieven van H.T. Zwiers (code: ZWIE), waartoe onder andere een ‘werkenlijst’ behoort; daarin staat (blz. 5) vermeld (228 is het werknummer):

  • 1947  228  P.E.N.  Transformatorgebouwtje  uitgevoerd

Voor het P.E.N. hoofdkantoor te Bloemendaal, zie H.T. Zwiers’ eigen artikel, ‘Dienst- en administratiegebouw Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord Holland (P.E.N.) aan de Ignatius Bispincklaan, Kinheimpark, Bloemendaal’ in Bouwkundig Weekblad 57 (1936), 8, 81-91 (in iets uitgebreidere versie overgenomen in Het Bouwbedrijf 13 (1936), 21, 207-212 en 22, 219-224), met de wapenschilden vooral duidelijk zichtbaar op de foto op blz. 85 (in de tekst wordt er geen aandacht aan besteed).

Het Noordhollands Archief in Haarlem bewaart onder toegangsnummer 724, inventarisnummer 1784, het tijdschrift Alles electrisch: in huis en bedrijf: maandblad voor de stroomverbruikers van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-holland. In Alles Electrisch 3-9, September 1933, staat op blz. 110 het geciteerde artikel ‘‘HAAN EN HOND’ in de muur van onze Hoogspanningshuisjes’, gesigneerd “v.M.”. In Alles Electrisch 3-9 t/m 6-3, September 1933 - Maart 1936, in vele afleveringen, beschrijft architect H.T. Zwiers zijn kantoorgebouw voor P.E.N. te Bloemendaal. In Alles Electrisch 11-8, van Augustus 1941, staat een bijdrage over het 1000e electriciteitshuisje van P.E.N., te Schagen, met foto van de aangebrachte gedenksteen; in deze bijdrage wordt ook gewag gemaakt van 173 electriciteitshuisjes per 1 Januari 1917, en 1023 huisjes ‘thans’. Bouwkundige G. Hogervorst wordt vermeld in Alles Electrisch 5-5 (September 1935), 11-10 (October 1941), 12-1 (Januari 1942).

Architect A. H. van Rood publiceerde zoals geciteerd, over de drie-dimensionale Haan en Hond van W.C. Brouwer in Velsen, in 'De bouwkundige werken voor de electrische centrale van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Holland' (De Ingenieur 47 (1936)–46, B.231–B.241) op blz. B.239. De foto van Brouwers Haan was indertijd opgenomen in een album samengesteld ter gelegenheid van de opening van Van Roods centrale; dr Jan Vredenberg (Velp) stelde de reproductie van de foto beschikbaar die hij maakte tijdens het onderzoek voor zijn standaardwerk ‘Trotse kastelen & lichtende hallen’ (2003; zie hierboven), waarbij het album hem indertijd ter beschikking werd gesteld door de toenmalige opvolger van P.E.N., Energie Noord-West (ENW); de archieven van ENW zijn daarna naar het Noordhollands Archief in Haarlem gegaan; maar daar werden in november 2009 noch album noch foto aangetroffen.

Voor de gebieden waar K.E.M. respectievelijk P.E.N. actief waren, en waar niet, zie het gedenkboek 1917-1967 een halve eeuw PEN vijftig jaar elektriciteit in Noord-Holland [Bloemendaal: PEN; 1967]. De teksten in dit boek besteden zo goed als geen aandacht aan de electriciteishuisjes, laat staan aan hun ornamenten; er worden wel twee huisjes afgebeeld, resp. blz. 178, “Transformatorhuisje in West-Friesland uit de KEM-tijd, 1916” (een torenmodel; het is niet te zien of er tegels van Haan & Hond zijn), en blz. 190, “In de dertiger jaren krijgen de transformatorhuisjes een vriendelijker aanzien” (waarop zichtbaar dat er tegels van Haan & Hond zijn); vermoedelijk zijn beide huisjes gesloopt.

De toeschrijving aan Pottenbakkerij Vermeulen, Zoeterwoude, van de ornamenten op electriciteitshuisjes in Leiden en regio (ELE-ZH) is gebaseerd op telefoongesprekken van 2 april 2002 met de heer Jaap Waal, werkzaam bij NUON Leiden, en met de heer Henk v.d. Berg (gezegd "Henk de Gasman"), oud-werknemer van (de lokale voorgangers van) NUON. In het artikel ‘Schoonheid ontbloeit aan een snorrende draaischijf. Gebr. Vermeulen te Zoeterwoude kunstenaars in ambacht’ (Nieuwe Leidsche Courant, 21.11.1956, blz. 9; http://leiden.courant.nu/), wordt van bouwkeramiek geen melding gemaakt, laat staan van de SLF-ornamenten. Het electriciteitshuisje aan de Mauritssingel te Leiderdorp, c.q. de SLF-tegel ‘wapen van Leiden’ aldaar, stond afgebeeld in de laatste editie van Leiderdorps Nieuwsblad van 1963; zie
 http://leiderdorp.pictura-dp.nl/component/option,com_memorix/Itemid,26/searchplugin,simpel_ld/task,topview/rpp,12/cp,449/
CollectionID,1/RecordID,5667/PhotoID,LDP001005126/

Voor de electriciteitshuisjes in Utrecht (ELE-UT), zie: Roland Blijdenstein, Trafohuisjes (Utrecht: Matrijs; 1993). Op blz. 19 schrijft Blijdenstein “Bij veel huisjes werden omstreeks 1956 de bekende groengeglazuurde en van bliksemschichten voorziene PUEM-tegeltjes ingemetseld, een ontwerp van de vrouw van H. Beukman, chef van de afdeling Vergunningen (grond- en rechtenverwerving) van de PUEM”. Alle huisjes met PUEM tegels waarvan bouwjaren bekend zijn, dateren uit de jaren 1920, zoals Blijdenstein ook aangeeft (blz.en 30, 31, 36, 39, 40); omdat ook de stijl van de tegels goed in die vroegere periode past, lijkt het dat datering van de tegels als zodanig “omstreeks 1956” niet beoogd zal zijn.

Voor ELE-GD, de inventarissen van electriciteitshuisjes met tegeltableautjes in Gelderland, is in eerste instantie vooral informatie overgenomen uit Roger Crols, Taco Hermans (eindred. Martin van Bleek), Trafohuisjes (Utrecht: Matrijs, 1995). Zie ook het bovenvermelde standaardwerk van dr Jan Vredenberg, 'Trotse kastelen & lichtende hallen' (Utrecht: Matrijs; 2003), blz. 110, 164, 361-362; de auteur heeft een deel van de foto's in inventarissen ELE-GD gemaakt en ter beschikking gesteld. Ook Ewolt Wolters (Apeldoorn) heeft vele bijdragen geleverd.

In het Streekarchief Midden-Holland (Gouda) wordt bewaard "Archief van N.V. Goedewaagen's Kon. Ned. Pijpen- en Aardewerkfabriek te Gouda, ca. 1870-1956 (SAMH, archiefcode 309)". In inventarisnummer 71 staat een 'Register bevattende bestellingen voor bouwkeramiek 1897-1934' (in feite 1927-1934). In dit 'Register' wordt per datum 18.01.1928 vermeld:

  • Provinc. Electr. Werken Arnhem
    Letteropschriften
    65 x 19
    ½ cm Opschrift Provinciale Electriciteitswerken
    12 stuks @ f 25.=  p. st
    50   ,,     ,,   22.50 ,, ,,
    reliëfletters (geel met metaal fond)

(In de linker kantlijn staat nog, verticaal, "Order perfect"). Tussen deze bestelling en de – gezien de naamsvermelding GOEDEWAAGEN GOUDA - daadwerkelijk geleverde tableaus bestaat een eigenlijk onoverbrugbare discrepantie: in-situ opgemeten tegeltableaus PROVINCIALE ELECTRICITEITSWERKEN - 960 mm breed of (aanzienlijk) breder, tussen 180 mm en 185 mm hoog - komen qua maatvoering niet in de buurt van de genoteerde 65 x 19½ cm; maar er valt toch moeilijk aan te ontkomen te veronderstellen dat het in wezen om hetzelfde gaat: mogelijk is er een onvermeld gebleven tussentijdse aanpassing van het formaat geweest. In SAMH-309, inventarisnummer 71 wordt verder nog per datum 16.06.1931 vermeld:

  • Provinciale Electr. Werken Arnhem
    Prijsverlaging voor tableaux opgegeven: met stripjes f 25,=, zonder stripjes f 24.50.
    Prijs die wij event. zouden noteeren is f 24.=

De “stripjes”, uitvulstukken links en rechts van de eigenlijke tegels, komen inderdaad in zo’n kwart van alle gevallen in-situ voor. Vervolgens is in SAMH-309, inventarisnummer 175, 'Debiteurenboek voor bouwkeramiek en tegels 1933-1940', dan nog administratie aan te treffen ter zake van in totaal 176 tableautjes voor N.V. Provinciale Geldersche Electriciteits Mij. Arnhem Utrechtschestraat 55a (Mag: Nachtegaalpad), tussen 30.12.1933 en 02.11.1939; zodat er in totaal tenminste zo’n 238 tableautjes geleverd moeten zijn. Saillant daarbij is dat in inventarisnummer 175 per 11.04.1936 sprake is van een tweedeling “oud model” en “nieuw model” (resp. 3 en 22 stel); en per 11.12.1937, 15.10.1938 en 02.11.1939 van “naamstenen 4 gelijke delen” (telkens 25 stel).

Wat betreft ELE-LB. Voor het electriciteitshuisje in Melick-Herkenbosch, zie Sterkstroom, 5e jaargang, nummer 13, 29 Juni 1927, blz. 206, het artikel ‘De aansluiting der 100ste gemeente op het net der Stroomverkoop’ (met foto). Op 26 september 2009 werd in Horizon, bijlage bij Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad, het artikel ‘Het raadsel van de verdwenen bijen’ gepubliceerd (auteur Guus Urlings), waarin het artikel en de foto uit Sterkstroom uitgangspunten zijn voor een beschouwing over electriciteitshuisjes met Bij, of inmiddels zonder. Uit lezersreacties op dit artikel bleek dat aan Melick-Herkenbosch als de 100e aansluiting van SVM ook nog op keramische wijze luister is bijgezet.

Herinneringsbord 100e gemeente aangesloten op net SVM.
Let op de bijen links en rechts tussen het bronsgroen eikenhout.
(gemaakt bij Céramique Maastricht, gelimiteerde oplage, borden zijn genummerd)

 

Bovendien hebben lezersreacties het diverse hergebruik van verdwenen Bijen aan het licht gebracht, èn het voorkomen van replica’s. Ook werd gewag gemaakt van het atelier van steenfabriek Sint Joris in Beesel als de herkomst van de Bij; maar de Stichting Beesels Keramisch Erfgoed, bij monde van dhr Eric Driessen, wijst erop dat dit atelier pas in de late jaren 1930 begon, terwijl de oudst bekende datering van een Bij al is circa 1920 (6127AZ, Grevenbicht-Papenhoven, Boulevard bij 2; zie verderop). Mogelijk was Sint Joris betrokken bij een latere productie van de oorspronkelijke Bij, en/of bij de productie van replica’s. Eerder dan Beesel komt primair Tegelen in aanmerking als plaats van herkomst van de Bij; en inderdaad, zowel het plaatselijke keramiekcentrum De Tiendschuur als de met dit centrum verbonden heer Theo van Rens (laatste bedrijfsleider van het atelier voor sierkeramiek van Russel-Tiglia) bevestigde de toeschrijvingen van de Bij aan Leo of Lei Hendrix als degene die het model boetseerde, en aan de steenfabriek van Alfred Russel, waar Hendrix indertijd al zou hebben gewerkt, als het bedrijf waar de Bij werd uitgevoerd.

Betreffende het huisje in Grevenbicht (6127AZ, Grevenbicht-Papenhoven, Boulevard bij 2), is veel informatie ontleend aan persoonlijke mededelingen van dhr Miel Jaspers van de plaatselijke Heemkundevereniging, die verwijst naar hem bekende archivalia omtrent de bouw van het electriciteitshuisje uit het jaar 1920. Hij maakte ook de replica van de Bij die thans – ter vervanging van een verdwenen origineel exemplaar – het huisje in Grevenbicht siert. Dhr Jaspers is tevens de auteur van het artikel ‘Grevenbicht. Trafohuis’, blz. 43-44 in Sporen: Open Monumentendag 2008: Sittard-Geleen-Born (Sittard - Geleen: Gemeente Sittard-Geleen-Born;2008).

Voor electriciteitshuisjes in Noord-Brabant (zonder seriematige ornamenten), en verder, zie http://www.electriciteitshuisjes.nl . Voor electriciteitshuisjes in Friesland (idem) zie http://www.archiefleeuwardercourant.nl/LC_oedition/20090926/pages/NO03005/
articles/LC-20090926-NO03005001.jpg

December 2009
 

Aanhangsel 1: In afwijking van de tekst van december 2009 (juli 2010).

Met betrekking tot ELE-GD1 t/m ELE-GD5: naast de in de tekst vermelde vier versies van “PROVINCIALE ELECTRICITEITSWERKEN”, is er nog een vijfde versie: zie 3776PW, Stroe, Tolnegenweg tegenover 4.
Met betrekking tot ELE-GD1 t/m ELE-GD5: de maten zoals vermeld in het archief Goedewaagen, 65 x 19½ cm, zijn wellicht in overeenstemming met de versie van “PROVINCIALE ELECTRICITEITSWERKEN” zoals aanwezig op het huisje 6718ZJ, Ede (Gld), Kerkhoflaan tegenover 6 hoek Asakkerweg.
Met betrekking tot ELE-LB: naast steenfabriek Alfred Russel, Tegelen, zoals vermeld in de tekst, komt voor de herkomst van de oorspronkelijke Bij ook Tiglia te Tegelen minstens zo zeer in aanmerking: de Bij werd aangebracht op een door een directeur van Tiglia gebouwde woning (zie 5931GV, Tegelen, Venloseweg 96), en komt op een andere woning voor samen met een in een catalogus van Tiglia afgebeeld ornament (zie 5931EK, Tegelen, Engerstraat 1-3).

Aanhangsel 2: In aanvulling op de tekst van december 2009 (juli 2010).

Geschiedschrijving van de electriciteitsbedrijven in Nederland gedurende de eerste jaren van de relevante periode is voorhanden in het lijvige boekwerk De electriciteitsvoorziening van Nederland (Amsterdam: Van Kampen; 1926). Dit boek is opmerkelijk fraai vorm gegeven, met illustraties op de omslag en vignetten per hoofdstuk van de hand van Ella Riemersma (1903-1993). Anderzijds heeft de kunstzinnige belangstelling van de samenstellers zich kennelijk niet of nauwelijks uitgestrekt tot de ornamenten op de gebouwen: in de teksten wordt er niet één enkele maal van gewag gemaakt; en op de afbeeldingen komen zij slechts zeer sporadisch voor: op blz. 134 wordt een torenhuis met P.E.N.-tableau afgebeeld, een gebouw dat is verdwenen.
In Ursem en Rustenburg in oude ansichten door J. Schipper (Zaltbommel: Europese Bibliotheek; 1975) is op afbeelding 61 te zien een “zogenoemd kabelhuis (transformatorgebouw). De gevelsteen [= tegeltableau] geeft aan: K.E.M.”; electriciteitshuisje en tegeltableau zijn verdwenen.
In Geschiedenis van de Provinciale Geldersche Electriciteits-Maatschappij 1915-1940 (Nijmegen: Thieme; 1940) staan twee foto's van electriciteitshuisjes met tegeltableautjes “PROVINCIALE ELECTRICITEITSWERKEN”, (beide van de veruit het meest frequent voorkomende versie), na blz. 294 en na blz. 332 (er staan ook twee electricteitshuisjes in het boek zónder tableautjes, na blz. 288 en na blz. 298).
Met betrekking tot ELE-ZH1, de bouwkeramiek van S.L.F. Leiden, en Pottenbakkerij Vermeulen: zie ook blz. 228 (met foto's) van Op de stoep van de Hoge Rijndijk. Van de Zoetermeerse Singel tot aan de Zwet Sloot door Rita Pieterse-Zwetsloot (Alphen a.d. Rijn: Repro-Holland; 1986).
(augustus 2010) Voor tegeltoepassingen van soortgelijke aard, maar die geografisch of anderszins buiten de arealen van bovenstaande ELE-inventarisaties vallen, zie ELE-EX.